H2 - 10th lesson

Friday 15 October

- Grammar review: adjectives & adverbs

- Homework

- Grammar 5

- Let's practise

1 / 24

Slide 1: Slide

EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Friday 15 October

- Grammar review: adjectives & adverbs

- Homework

- Grammar 5

- Let's practise

Slide 1 - Slide

Learning goal

At the end of this you know the difference between much/many & (a) little/(a) few.

Slide 2 - Slide

Grammar review: adjectives & adverbs

Slide 3 - Slide

Homework

- Ex. 13 (p. 36 WB)

- Ex. 11 (p. 57-58 WB)

- Slim stampen grammar 4 (online)

- Study vocabulary theme 1 (p. 17-19 TB)

Slide 4 - Slide

Grammar 5 (p. 29 TB)

Slide 5 - Slide

= veel

Slide 6 - Slide

a lot of & lots of

Slide 7 - Slide

Much vs. Many

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Summary

Much, many, a lot of & lots = veel

Much: bij zelfstandige naamwoorden die je niet kunt tellen.

Many: bij zelfstandige naamwoorden die je wel kunt tellen

A lot of/ Lots of = zowel bij woorden die je wel als die je niet kunt tellen.

Slide 10 - Slide

_______ umbrellas

Slide 11 - Slide

many /lots of / a lot of umbrellas

Slide 12 - Slide

_______ coins

Slide 13 - Slide

many / a lot of / lots of coins

Slide 14 - Slide

_________ money

Slide 15 - Slide

much / a lot of / lots of money

Slide 16 - Slide

_______ spiders

Slide 17 - Slide

many / a lot of / lots of spiders

Slide 18 - Slide

________ traffic

Slide 19 - Slide

much / a lot of / lots of traffic

Slide 20 - Slide

(a) little or (a) few?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Summary

(a) little & (a) few = weinig

(a) little: bij zelfstandige naamwoorden die je niet kunt tellen.

(a) few: bij zelfstandige naamwoorden die je wel kunt tellen.

Slide 23 - Slide

Let's practise

- Do ex. 25 (p. 43 WB)

- Do ex. 12 (p. 58 WB)

- Slim stampen grammar 1/2/3/4/5 (online)

Are you done?

Study vocabulary theme 1

Slide 24 - Slide