HOFF 6.2 Hofstelsel en horigen

6.2 Hofstelsel en horigen


KA11 De vrijwel volledige vervanging
 van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.2 Hofstelsel en horigen


KA11 De vrijwel volledige vervanging
 van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 6.2
6.2.1 Ik kan uitleggen hoe het leven er op een domein aan toe ging.

6.2.2 Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken.

6.2.3 Ik kan KA11 in mijn eigen woorden uitleggen.

Slide 2 - Slide

De Middeleeuwen
  • Naam voor de tijd na de Romeinen en vóór de Renaissance.

  • Het is een tussenperiode: Het ligt in het midden van twee perioden: Oudheid en de Nieuwe Tijd

  • Ongeveer tussen 500 en 1500:
    Vroege Middeleeuwen: 500-1000
    Late Middeleeuwen: 1000-1500
TV3 > Monniken en Ridders
TV4 > Steden en Staten

Slide 3 - Slide

Domein
In de middeleeuwen viel de handel stil. Mensen moesten hun eigen eten gaan verbouwen (autarkie).

Daarom trokken boeren naar de landheer in de buurt met de vraag: kunnen wij bij jou op jouw land (domein) komen wonen?

Als dat mocht, dan werden zij horige boeren/horigen. Zij kregen eigen akkers om te verbouwen in ruil voor pacht (= belasting, in voedsel) en herendiensten (klusjes voor de heer).

Vroonhof = huis van de heer
Burcht = een versterkte woning van hout van de edelman, later groeien ze vaak uit tot kastelen van steen.




Vroonhof van de landheer
Boerderijen en akkers van de horige boeren
In deze afbeelding (klik om te vergroten) zie je links op een heuvel, de versterkte woning van een edelman: een burcht.
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief het domein, de pacht en de herendiensten.

Slide 6 - Slide

Wat is een voorbeeld van een herendienst?
A
Het land bewerken voor de heer
B
Zorgen voor veiligheid op het land van de heer
C
Een reparatie uitvoeren aan de omheining van het domein
D
Belasting betalen voor het gebruik van landbouwgrond

Slide 7 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Een kerk
B
Een burcht
C
Een kasteel
D
Een stadsmuur

Slide 8 - Quiz

Hofstelsel
De landheer                                                                   De horige boeren



Plichten:                                        Plichten:
- Bescherming bieden          - Deel van de oogst afstaan (pacht)  
Landbouwgrond in leen    - Herendiensten (= klusjes) doen
Plichten / in ruil voor
Plichten / in ruil voor
Wie is hier de landheer en wie de horige boeren?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

In het hofstelsel.....
A
is een vrije boer niets verplicht richting de heer.
B
verricht een vrije boer herendiensten.
C
betaalt de horige met opbrengsten van het land zijn heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 11 - Quiz

Het hofstelsel biedt...
A
Recht op vrijheid voor horige boeren
B
Raad en daad aan de lokale leenheer
C
Geldleningen van de heer
D
Bescherming in ruil voor pacht en herendiensten

Slide 12 - Quiz

Drieslagstelsel 
Om de grond zo lang mogelijk in
goede conditie te kunnen houden, 
ging men vanaf de vroege 
middeleeuwen gebruik
maken van het
drieslagstelsel.

Elk jaar schoof
de te beplanten
grond één plek op om
uitputting te voorkomen
.

Slide 13 - Slide

Drieslagstelsel
jaar 1


jaar 2                                                                       jaar 3
                                                                                  ZG      = zomergraan
                                                                                  WG     = wintergraan
                                                                                  B         = braak / leeg

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wat moet er op de '3' komen te staan?
A
Zomergraan
B
Wintergraan
C
Braak
D
Rusten

Slide 16 - Quiz

Wat moet er in het middelste veld van jaar 4 worden geplant?
A
Zomergraan
B
Wintergraan
C
Braak
D
Rusten

Slide 17 - Quiz

Ridders
Tot 476 N.C. Romeinse tijd : cavalerie (ridders te paard) waren alleen een aanvulling op het leger.

Rond 800 N.C. t.t.v. Karel de Grote: Stelde een ruiterleger op. Cavalerie (ridders te paard) zijn namelijk superieur aan ridders te voet.

Ridders hadden:
1. Een lans (een lange speer met of zonder speerpunt, vaak gebruikt op een paard)
2. Schild en zwaard (voor een-op-een gevechten te voet)
3. Maliënkolder (een vest van in elkaar stekende ringetjes)
4. Beplating (de solide ijzeren of stalen platen)

Er werden toernooien gehouden, bv. steekgevechten.

 
Ridders moesten hun uitrusting zelf betalen en hadden daarom de inkomsten uit hun domein nodig.

Het voetvolk kon dit niet betalen, daardoor waren ridders vaak rijke heren van adel.
Een malienkolder, bestaande uit ringetjes die het moeilijk maken om met steekwapens verwondingen op te lopen.
Een shot genomen bij een riddertoernooi. De bedoeling is dat je van twee kanten op een paard afrijdt op de tegenstander en deze van zijn paard drukt met een lange lans (zie video volgende dia).

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Huh?
Aha!


KA11
De vrijwel volledige vervanging
 van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Agrarisch = landbouw
Urbaan = uit de stadafkomstig
Cultuur = tegenovergestelde van natuur, door de mens gemaakt
Zelfvoorzienend = autarkie, zelf je eten/spullen kunnen maken

KA11 in begrijpelijke taal:
De vrijwel volledige vervanging van de landbouwstedelijke samenleving

Door een zelfvoorzienende
landbouwsamenleving, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.

Slide 20 - Slide

Geef antwoord bij het leerdoel:
6.2.1 Ik kan uitleggen hoe het leven er op een domein aan toe ging.

Slide 21 - Open question

6.2.2 Ik kan uitleggen wat het hofstelsel en het drieslagstelsel zijn en hoe deze werken.

Slide 22 - Open question

6.2.3 Ik kan KA11 in mijn eigen woorden uitleggen.

Slide 23 - Open question