woensdag 12 oktober 2022

Woensdag  12 oktober 2022
08.30 - 09.10 uur inloop 
Sport
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Engels
12.40 - 13.30 uur
Blink uit / lezen
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30-14.20
Lezen / Nieuwsbegrip

10.30  - 11.20 uur  
Woordenschat thema 'Eten'
11.20- 12.10 uur
Disk - zelfstandig werken them 'Eten'
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woensdag  12 oktober 2022
08.30 - 09.10 uur inloop 
Sport
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Engels
12.40 - 13.30 uur
Blink uit / lezen
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30-14.20
Lezen / Nieuwsbegrip

10.30  - 11.20 uur  
Woordenschat thema 'Eten'
11.20- 12.10 uur
Disk - zelfstandig werken them 'Eten'

Slide 1 - Slide

Sport

We gaan lekker sporten

Slide 2 - Slide

Engels

Slide 3 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 4 - Slide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 
Eten

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 5 - Slide

bedenken
  • een idee krijgen
  • iets verzinnen
  •  Zin: Wij moeten elke dag weer bedenken wat we gaan eten.
  • Zin: Mijn broers bedenken een spel, wat wij samen kunnen spelen.

Slide 6 - Slide

het avondeten
  • de maaltijd die je in de avond eet
  • meestal is het avondeten warm
  • Zin: Tijdens het avondeten vertellen wij elkaar hoe onze dag is geweest.
  • Zin: In Nederland eten veel mensen hun avondeten om 18.00 uur.

Slide 7 - Slide

de beker
  • een groot kopje, om uit te drinken
  • een beker heeft meestal een oor
  • Zin: Ik drink mijn thee uit een roze beker.
  • Zin: Mevrouw Femke drinkt haar thee uit een glas, niet uit een beker.

Slide 8 - Slide

de aardappel
  • een knol uit de grond die je kunt eten 
  • je kunt een aardappel koken of bakken
  • Zin: Wij maken patat van aardappelen.
  • Zin: Ik vind een aardappel niet zo lekker, ik eet liever rijst.

Slide 9 - Slide

het advies
  • de raad die je aan iemand geeft
  • iemand adviseren
  • Zin: Als ik iets niet weet, dan vraag ik advies.
  • Zin: Mijn broer heeft mij advies gevraagd over hoe hij iets moest doen.

Slide 10 - Slide

Ik vind aardappels lekker.

Slide 11 - Poll

Welke zin met het woord de aardappel is goed?
A
De aardappel groeit aan een boom.
B
De aardappel komt uit de grond.
C
Wij vinden het aardappel lekker.
D
Een aardappel is gemaakt van patat.

Slide 12 - Quiz

Zoek een foto van aardappels.

Slide 13 - Open question

In welke zin is het woord
het advies
goed gebruikt?
A
Wij adviezen hem over zijn werk.
B
Mijn zus heeft mij advies.
C
Ik weet wat ik moet doen, het advies wat ik heb gekregen was goed.

Slide 14 - Quiz

Maak een zin met het woord:
het avondeten

Slide 15 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 16 - Slide

Mijn moeder zegt dat wij na het .................... moeten afwassen.

Slide 17 - Open question

Elke middag drinken thee uit een .....................

Slide 18 - Open question

De docenten .............. elke keer een nieuwe les.

Slide 19 - Open question

Jij moet je niet met mij ....................., ik kan het zelf wel.

Slide 20 - Open question

Bedankt voor ........................ , je hebt mij goed geholpen.

Slide 21 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam, zie je jouw naam dan maak je een zin met een van de woorden.

de aardappel, het advies, het avondeten, bedenken en de beker

Slide 22 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Eten.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 23 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Slide

Blink uit

Slide 25 - Slide

Lezen in je eigen boek

Slide 26 - Slide