This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Fotografie
Slide 1 - Slide
Wat betekent het woord fotografie? TIP: haal het woord uit elkaar!!
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Waar kom je allemaal foto's tegen?
Slide 4 - Mind map
Verschillende soorten foto's
Er zijn heel veel verschillende soorten foto's.
Jullie hebben al portretfoto's gemaakt, dus die kennen jullie.
Verder ook: landschapsfoto's, natuurfoto's, reportagefoto's, luchtfoto's, sportfoto's, reclamefoto's, modefoto's, kunstfoto's... en nog veel meer
Slide 5 - Slide
Landschap
Lucht
Mode
Sport
Reportage
Kunst
Natuur
Reclame
Slide 6 - Drag question
Welke soort foto zie je hier?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Wanneer werd de eerste foto gemaakt?
A
1680
B
1862
C
1826
D
1882
Slide 10 - Quiz
Wat is het belangrijkste wat je nodig hebt bij fotografie?
A
Een camera
B
Licht
C
Fotopapier
D
Een smartphone
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Analoge en digitale camera's, weten jullie het verschil?
Slide 13 - Open question
Analoge en digitale
fotografie
Weten jullie het verschil?
Slide 14 - Slide
analoge camera's
Analoge camera’s werken met filmrolletjes. Door op het knopje te drukken, valt er korte tijd licht op het rolletje en legt hij de foto op dit plek vast. Je hebt dus maar beperkte plek voor foto's. Het filmrolletje is in het negatief, hier drukt men later de foto's mee af. Dit kun je laten doen, of je doet het zelf in je eigen doka (donkere kamer)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
digitale camera's
Alle beelden worden als data opgeslagen op een geheugenkaartje (in de camera zelf of een los kaartje). Je kunt de foto's meteen naar een printer sturen, of naar je computer. Je kunt ze ook mailen of appen. Vaak worden er veel foto's gemaakt, je kan zien hoe ze worden dus ook een selectie maken.