thema 2 moeilijke woorden gezondheid

Nederlands
Thema 2 hoofdstuk 1 
Moeilijke woorden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Thema 2 hoofdstuk 1 
Moeilijke woorden

Slide 1 - Slide

Doel
Aan het eind van de les weet je wat de woorden betekenen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De apotheek
De winkel waar je medicijnen kunt ophalen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De behandeling
De verzorging door een dokter

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De bijsluiter
Een briefje bij een medicijn waarop staat wat er in dat medicijn zit, wat het medicijn met je doet en hoe je het medicijn moet gebruiken.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De conditie
Of je fit bent of niet.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het dieet
De regels die zeggen of je wel of niet mag eten of drinken, bijvoorbeeld als je wilt afvallen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het eetpatroon
Wat je elke dag eet en wanneer je dat doet.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De gezondheid
Hoe het met jouw lichaam gaat (of je bijvoorbeeld ziek bent of niet).

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De huisarts
De dokter waar je altijd naartoe gaat als jij je niet goed voelt.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

De koorts
Een te hoge temperatuur van het lichaam waardoor iemand zich ziek voelt.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Het medicijn
Een middel tegen een ziekte, een geneesmiddel

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Het onderzoek
Op een bepaalde manier kijken of er iets met iemand aan de hand is.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Het recept
Een briefje van de dokter waarop staat welk medicijn je moet krijgen.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Sportief
Dat zeg je van iemand die veel sport.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

De vitamine
Een stof in eten en drinken die je helpt om gezond te blijven.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

De ziekte
Dat wat je ziek maakt.

Slide 32 - Slide