4.1 deel 2

Welkom! 
Pak de foto van de vorige les erbij! 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom! 
Pak de foto van de vorige les erbij! 

Slide 1 - Slide

We verzamelen de foto's 
Daarbij krijg je vandaag de info over 4.1 

Slide 2 - Slide

Eenmanszaak
Eigenaar
Geen rechtspersoon
Eigenaar is aansprakelijk

Inkomstenbelasting
Omzetbelasting (BTW)

Slide 3 - Slide

Vennootschap onder firma (vof)
Meerdere eigenaren
Geen rechtspersoon
Iedere vennoot is aansprakelijk

Inkomstenbelasting per vennoot
Omzetbelasting (btw)

Slide 4 - Slide

Besloten vennootschap (bv)
Rechtspersoon
Aandeelhouders zijn de eigenaar
Aandelen zijn niet vrij verhandelbaar.

Vennootschapsbelasting over winst omzetbelasting (btw)

Slide 5 - Slide

Naamloze vennootschap (nv)
Rechtspersoon
Aandeelhouders zijn eigenaar
Aandelen zijn vrij verhandelbaar.

Vennootschapsbelasting over de winst (btw)

Slide 6 - Slide

Aandelen zijn vrij verhandelbaar
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 7 - Quiz

Iedere vennoot is aansprakelijk
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 8 - Quiz

Aandelen op naam hoort bij:
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 9 - Quiz

De winst is voor maar één eigenaar
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 10 - Quiz

Welk bedrijfsvorm betaald omzetbelasting (BTW)?
Er zijn meer mogelijkheden.
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 11 - Quiz

Kun je mensen in dienst nemen?
De meeste ondernemers starten als zzp'er.
zzp = zelfstandige zonder personeel

Indien het bedrijf groter wordt en groeit kan de ondernemer overwegen om personeel aan te nemen. 
Dit noem je dan een werknemer. 
De ondernemer wordt dan een werkgever.

Slide 12 - Slide

Commerciële organisatie
Doel: Winst
Niet commerciële organisatie
Doel: Geen winst

Slide 13 - Slide

Wat is een goed voorbeeld van een commercieel bedrijf?
A
Stichting AAP
B
McDonald's
C
Kika
D
War Child

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van een niet-commercieel bedrijf
A
Streven naar winst
B
Werkgevers
C
Werknemers
D
Streven niet naar winst

Slide 15 - Quiz

Maak de rest van de opdrachten van 4.1 en kijk na! 

Slide 16 - Slide