Clase 3 'Vivo en...'

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

¡Bienvenidos! / Welkom! 

- Bingo met getallen t/m 20 / Bingo con números hasta veinte

- Terugblik eerste twee lessen

- Woordjes leren via WRTS

- Teamsopdracht / una pequeña presentación

- Werkwoorden / Verbos + miniquiz 

- Unidad 2

Leeractiviteiten

• Bingo met getallen t/m 20 / Bingo con números hasta veinte
• Terugblik eerste twee lessen
• Werkwoorden / Verbos + miniquiz
• Pequeño fragmento sobre la ciudad / Klein filmpje over de stad
• Luisterfragment en invuloefening
• Woordjes leren via WRTS
• Teamsopdracht / una pequeña presentación
• Unidad 2

¡Bienvenidos!

Leerdoelen / propósitos: 

1. Repaso / herhaling (Unidad 1)
2. Je leert om te zeggen waar je woont of waar je vandaan komt  
3. Je leert om te zeggen hoe je woonplaats eruit ziet

¡Vamos a jugar Bingo!

• Iedereen krijgt een eigen Bingo kaart in de Teamschat
• Via Paint of een ander programma kun je de nummers wegstrepen
• Números hasta veinte (20)
• De winnaar... 

U werkt (trabajar)

1. Trabaja
2. Trabajan
3. Trabajáis
4. Trabajamos

Jij werkt (trabajar)

1. trabajo
2. trabaja
3. trabajas
4. trabajáis

Trabajar, nosotros
(trabajar = werken)

1. trabajas
2. trabajáis
3. trabajamos
4. trabajan

trabajar
ellos

1. trabajas
2. trabajo
3. trabaja
4. trabajan

Jullie werken (trabajar)

1. Trabajáis
2. Trabajamos
3. Trabajar
4. Trabajas

El, trabajar

1. trabajo
2. trabajas
3. trabajan
4. trabaja

Paco ... (ser) médico

1. eres
2. es

Vul de juiste vorm van SER in.
Yo.....................(ser)estudiante.

1. eres
2. soy
3. somos
4. son

Nosotros (ser) holandeses.
(Wij zijn Nederlands)

1. Sois
2. Es
3. Son
4. Somos

ser, vosotros

1. sois
2. somos
3. eres
4. son

Vosotros (tener/ser) de España.

1. tenéis
2. sois

Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)

1. eres
2. somos
3. soy
4. sois

Geluidsfragment afspelen

WRTS OEFENEN / PRACTICAR WRTS

Teams-opdracht:

Hacer una pequeña presentación

Dia 1: Foto atractiva
Dia 2: Voorstellen / Presentarte

Leeftijd, Naam en waar je vandaan komt

Dia 3: Sobre tu familia
Naam, wie en leeftijd

Dia 4: 3 zinnen over jouw woonplaats

Let op zinnen in het Spaans: geen steekwoorden

TIP!

Op pagina 26 staat een handige woordenlijst die je kunt gebruiken :) 

woorden = palabras 
26 = veintiséis 

Maken in het online boek:

1. 2.01 verder afmaken (página veintinueve + treinta)
2. 2.02 (página treinta y treinta y uno)
3. 2.03 (página treinta y dos y treinta y tres)
4. 2.04 (página treinta y cuatro y treinta y cinco)
5. 2.05 (página treinta y seis)

Huiswerk online boek en unidad 2 maken 'online'

Online boek toevoegen: hoe?

Vertel alles wat je kent tot nu toe (gebruik ook Spaanse woorden) of wat je hebt geleerd tot nu toe :)

Ik begin de Spaanse werkwoorden te begrijpen...

😒🙁😐🙂😃