Opening omgaan met geld quiz

De grote geld quiz!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De grote geld quiz!

Slide 1 - Slide

Met welk woord kan je Dagobert Duck het beste omschrijven?
A
gierig
B
gul

Slide 2 - Quiz

Op dit plaatje zie je €50,-
A
waar (staan)
B
niet waar (zitten)

Slide 3 - Quiz

Hoeveel geld houdt Dagobert Duck omhoog?
A
€100 (staan)
B
€10 (zitten)

Slide 4 - Quiz

Wat kost een echte raskat ongeveer?

meer of minder dan €250,-
A
meer (staan)
B
minder (zitten)

Slide 5 - Quiz

Waar zie je een biljet?
A
B

Slide 6 - Quiz

Op dit plaatje zie je €10,-
A
waar (staan)
B
niet waar (zitten)

Slide 7 - Quiz

Waaraan kan je zien dat een biljet echt is?
A
watermerk (staan)
B
kleur (zitten)

Slide 8 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'blut'
A
vrek (staan)
B
platzak (zitten)

Slide 9 - Quiz

Hoe kan je ervoor zorgen dat je meer geld kan uitgeven?
A
door geld te lenen (staan)
B
door klusjes te doen (zitten)

Slide 10 - Quiz

Wie geven het meeste geld uit?
A
jongens (staan)
B
meisjes (zitten)

Slide 11 - Quiz

Wat is een ander woord voor geld?
A
dokkies (staan)
B
doekoes (zitten)

Slide 12 - Quiz

Wie geeft er vaker geld uit aan kleding?
A
jongens (staan)
B
meisjes (zitten)

Slide 13 - Quiz

Hoeveel kost een brood ongeveer?
A
+- 2 euro (staan)
B
+- 50 cent (zitten)

Slide 14 - Quiz

Waar sla je je geld in op?
A
B

Slide 15 - Quiz

Het geld groeit niet op mijn ....
A
grasveld
B
rug

Slide 16 - Quiz

Hoeveel cijfers heeft een pincode?
A
4 (staan)
B
5 (zitten)

Slide 17 - Quiz

Wie geven het meeste geld uit aan snoep?
A
jongens (staan)
B
meisjes (zitten)

Slide 18 - Quiz

Hoeveel geld houdt Dagobert Duck omhoog?
A
€5,- (staan)
B
€50 (zitten)

Slide 19 - Quiz

Om over na te denken:
Aan welk goede doel zou jij geld geven?

Maak met je klas een top 3.  

Slide 20 - Slide

Projectvraag:
Ben je een held met geld? 

Slide 21 - Slide