MAF 1.3 week 2 hoofdstuk 7 Financiering van de sociale zekerheid

Week 2 MAF 1.3
Wat gaan we deze week doen? 

Hoofdstuk 7 uit het boek "Financiering van de sociale zekerheid"



1 / 32
next
Slide 1: Slide
MAFMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Week 2 MAF 1.3
Wat gaan we deze week doen? 

Hoofdstuk 7 uit het boek "Financiering van de sociale zekerheid"



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

7.1 inleiding: begrippen
Loonstrook / salarisstrook                     Bruto/  netto            

belasting en premies                   

loonbelasting/inkomstenbelasting 

belastingaangifte                               betalen van sociale zekerheid

Slide 3 - Slide

7.2 Heb je een bijbaan?
Zo ja, wat doe je voor werk?

Slide 4 - Open question

Wordt je zwart, wit of grijs betaald?
Krijg je een salarisstrook?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Loonheffing
Belastingdienst
Jij
Loon/salaris

Slide 7 - Slide

Brutoloon is lager dan het nettoloon
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 8 - Quiz

Brutoloon

- Het bedrag dat is afgesproken in je contract.

- Het bedrag aan belasting (loonheffing) zit er nog in.
Nettoloon

- Het uiteindelijke bedrag dat je op je bankrekening krijgt.

- De belasting (loonheffing)  is eraf.

Slide 9 - Slide

Salarisstrookje

Hierop staat hoeveel salaris je krijgt.
Per maand of per week

Slide 10 - Slide

Jaaropgave


Op een jaaropgaaf staat wat je in dat jaar hebt verdiend bij 1 werkgever. 

Als je verschillende werkgevers hebt gehad in 1 jaar krijg je meerdere jaaropgaven. 

Je werkgever stuurt de jaaropgaaf aan het begin van het nieuwe jaar - meestal in januari of februari. 

Slide 11 - Slide

Loonheffing
Geld uit werk
Overzicht van wat je verdient

Belasting

Loonstrookje

Salaris

Slide 12 - Drag question

Wat staat er op je loonstrook? 
Op de volgende dia staat een loonstrook. Beantwoord hierbij de volgende vragen: 
  1. Hoeveel is het Brutoloon?
  2. Hoeveel is het Nettoloon?
  3. Wat gaat er van het Brutoloon af?
  4. Waar gaan deze bedragen heen? 
  5. Wat betekent de 65,56%?
  6. Over welk bedrag wordt belasting betaald?
  7. Hoe wordt de belasting genoemd die je moet betalen?


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat staat er op je loonstrook? 
  1. Hoeveel is het Brutoloon?       1864,53 euro
  2. Hoeveel is het Nettoloon?       1551,52 euro
  3. Wat gaat er van het Brutoloon af?      Premies en belastingen
  4. Waar gaan deze bedragen heen?       Naar de Belastingdienst
  5. Wat betekent de 65,56%?        Dat deze persoon niet fulltime werkt
  6. Over welk bedrag wordt belasting betaald?   Over het heffingsloon
  7. Hoe wordt de belasting genoemd die je moet betalen?    Loonbelasting



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Premies werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
  • Werknemers betalen voor de werknemersverzekeringen, zoals de WW, WIA en ZW geen rechtstreekse premies. Deze premies worden door de werkgever betaald aan de Belastingdienst. Daarom staat het ook niet op de loonstrook. 

Slide 17 - Slide

Premies werknemersverzekeringen en volksverzekeringen

  • Loonheffing = het totale bedrag aan loonbelasting en premies voor de volksverzekeringen AOW, Wlz en Anw dat de werkgever inhoudt op het loon van zijn werknemer. 
  • De werkgever draagt deze loonheffing af aan de belastingdienst.

Slide 18 - Slide

Dus samenvattend 7.2 : 
  • Brutoloon dat in je contract staat, hier gaat belasting en premie (loonheffing) nog van af.
  • Netto: dit krijg je uitbetaald 
  • De belasting wordt berekend over je heffingsloon (loon waarover loonheffing wordt ingehouden) 
  • De belasting die je betaalt heet loonbelasting, dit is de voorheffing  
  • Je werkgever betaalt dit voor je aan de belastingdienst (als een soort voorschot) 

Slide 19 - Slide

Verschil loonbelasting en inkomstenbelasting
  • Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting (waarom?) 
  • Aangifte doen = eenmaal per jaar aangiftebiljet invullen bij de belasting dienst (online / via app) 
  • Je hebt dan al via je werkgever  of uitkeringsinstantie je loonbelasting betaald (voorschot / voorheffing) 
  • Je vult dan het inkomen van je aangifte in en soms kun je nog geld terugkrijgen of moet je bij betalen


Slide 20 - Slide

Terugkrijgen of bijbetalen?
  • Terugkrijgen bijvoorbeeld vanwege aftrekposten zoals de hypotheekrente of door heffingskortingen = bedragen waarover geen belasting hoeft te worden betaald. Zo is er de algemene heffingskorting voor iedereen (BIJBAAN!!)  
  • Bijbetalen bijvoorbeeld vanwege ZZP inkomsten 
Dus: voorheffing te hoog? dan krijg je terug. Voorheffing te laag? dan betaal je bij 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Wat is het verschil tussen AOW en pensioen?
  • AOW = algemene ouderdomswet. De hoogte van de AOW uitkering is gelijk aan het sociaal minimum. 
  • Mensen in loondienst bouwen (vaak) pensioen op zodat ze meer inkomen hebben. 
  • Iedere maand betalen ze pensioenpremie.
  • Vanaf je 67e krijg je iedere maand zowel AOW als pensioen uitkering op je bankrekening gestort.

Slide 23 - Slide

Wat is het verschil tussen AOW en pensioen?
welke groepen bouwen geen pensioen op via hun werkgever? 

  • ZZP-er 
  • Eigen bedrijf
  • (bewust) werkloos
  • arbeidsongeschikt

Optie: zelf sparen voor pensioen

Slide 24 - Slide

7.3 Wie betaalt sociale zekerheid? 
Hoe zat het ook alweer? 

Slide 25 - Slide

Wordt betaald uit premies van de werkenden 
Wordt betaald uit algemene belastingen 
AKW 
AOW 
WMO
WW
WIA
Participatiewet

Slide 26 - Drag question

Samenvattend 7.3 : 
  • De volksverzekeringen (AOW AKW ANW WLZ) worden betaald uit de inkomstenbelasting van degenen die werken of een uitkering ontvangen 
  • De AKW wordt uit de algemene middelen van het Rijk, dus alle belastinginkomsten samen, betaald
  • De Werknemersverzekeringen (WW, WIA) worden betaald uit premies die door de werkgever worden betaald 
  • De sociale voorzieningen (Participatiewet / WMO) worden ook betaald uit de algemene middelen van het Rijk
  • Voor de zorgverzekering betaal jij zelf premie, maar je werkgever ook

Slide 27 - Slide

Miljoenennota

Slide 28 - Slide

Rekenen met de miljoenennota 
1. Welk bedrag verwacht de overheid in 2023 te ontvangen van loon-en inkomstenbelasting?
2. Hoeveel procent is dit van het totale bedrag aan directe en indirecte belastingen?
3.Welke bedrag verwachten ze te ontvangen voor de volksverzekeringen? Welke verzekeringen zijn dit?
4. Welke bedrag verwachten ze te ontvangen voor de werknemersverzekeringen? Welke verzekeringen zijn dit?
5. Welk bedrag verwachten ze te ontvangen aan premies van de zorgverzekeringswet? Wie betalen deze premie?
6. Wat zijn de totale uitgaven voor de werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen? Wat valt je hierin op?
8. Wat zijn de totale uitgaven voor de zorg?
9. Hoeveel is dat per inwoner van Nederland?
10. Wordt dit bedrag gedekt door wat wij aan premie betalen aan de zorgverzekering?

Slide 29 - Slide

Te1. Welk bedrag verwacht de overheid in 2023 te ontvangen van loon-en inkomstenbelasting? 
80.2 miljard

2. Hoeveel procent is dit van het totale bedrag aan directe en indirecte belastingen? 
80,2 / (128,9 + 113,5) = 33%

3.Welke bedrag verwachten ze te ontvangen voor de volksverzekeringen? Welke verzekeringen zijn dit? 
41,3 miljard
AOW, AKW, ANW 

4. Welke bedrag verwachten ze te ontvangen voor de werknemersverzekeringen? Welke verzekeringen zijn dit?  31,2 miljard  WW, WIA 

Slide 30 - Slide

5. Welk bedrag verwachten ze te ontvangen aan premies van de zorgverzekeringswet? Wie betalen deze premie? 
51,5 miljard
Alle inwoners boven de 18 (premie aan zorgverzekeraar) 
Werkgevers (inkomensafhankelijke premie) 

6. Wat zijn de totale uitgaven voor de werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen? Wat valt je hierin op? 
101,6 miljard 


Slide 31 - Slide

8. Wat zijn de totale uitgaven voor de zorg?
105,9 miljard

9. Hoeveel is dat per inwoner van Nederland?
6000 euro

10. Wordt dit bedrag gedekt door wat wij aan premie betalen aan de zorgverzekering?
13.331.810 inwoners boven 18 (2020)

Gemiddelde premie: € 1657 per persoon per jaar
(Totaal: 22 miljard)

Slide 32 - Slide