Degrees of Comparisons

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Degrees of Comparisons
Trappen van Vergelijking

Slide 2 - Slide

zegt iets over een zelfstandig naamwoord
(dus over een mens, dier, plant of ding).
Bijvoeglijk VNW. 
het mooie meisje
de snelle auto
de schattige hond
Adjective

Slide 3 - Slide

Als iets net zo groot of snel is als iets anders, dan gebruik je:
 
This puppy is as cute as that one.

Slide 4 - Slide

Wanneer je iets vergelijkt met iets anders, bijvoorbeeld als iets of iemand groter of sneller of leuker of mooier is, dan noemen we dat de vergrotende trap.
groot                 groter              

Slide 5 - Slide

Als we dingen vergelijken en iets is het aller mooist of grootst of leukst, dan noemen we dit de overtreffende trap.
           groot                 groter                 grootst

Slide 6 - Slide

Aantal lettergrepen
comparative form
Vergrotende Trap
superlative form
Overtreffende Trap
1 Lettergreep
small
... +ER + THAN
smaller than 
THE + ... +EST
the smallest
2 Lettergrepen
op -le, -er, -ow, -y
simple
... +ER + THAN
simpler than
THE + ... +EST
the simplest
2 Lettergrepen
boring
MORE + ... + THAN
more boring than
THE MOST + ...
the most boring
3 (of meer) Lettergrepen
beautiful
MORE + ... + THAN
more beautiful than
THE MOST + ...
the most beautiful

Slide 7 - Slide

Aantal lettergrepen
comparative form
Vergrotende Trap
superlative form
Overtreffende Trap
1 Lettergreep
small
... +ER + THAN
smaller than 
THE + ... +EST
the smallest
2 Lettergrepen
op -le, -er, -ow, -y
simple
... +ER + THAN
simpler than
THE + ... +EST
the simplest
2 Lettergrepen
boring
MORE + ... + THAN
more boring than
THE MOST + ...
the most boring
3 (of meer) Lettergrepen
beautiful
MORE + ... + THAN
more beautiful than
THE MOST + ...
the most beautiful

Slide 8 - Slide

Aantal lettergrepen
comparative form
Vergrotende Trap
superlative form
Overtreffende Trap
1 Lettergreep
small
... +ER + THAN
smaller than 
THE + ... +EST
the smallest
2 Lettergrepen
op -le, -er, -ow, -y
simple
... +ER + THAN
simpler than
THE + ... +EST
the simplest
2 Lettergrepen
boring
MORE + ... + THAN
more boring than
THE MOST + ...
the most boring
3 (of meer) Lettergrepen
beautiful
MORE + ... + THAN
more beautiful than
THE MOST + ...
the most beautiful

Slide 9 - Slide

Aantal lettergrepen
comparative form
Vergrotende Trap
superlative form
Overtreffende Trap
1 Lettergreep
small
... +ER + THAN
smaller than 
THE + ... +EST
the smallest
2 Lettergrepen
op -le, -er, -ow, -y
simple
... +ER + THAN
simpler than
THE + ... +EST
the simplest
2 Lettergrepen
boring
MORE + ... + THAN
more boring than
THE MOST + ...
the most boring
3 (of meer) Lettergrepen
beautiful
MORE + ... + THAN
more beautiful than
THE MOST + ...
the most beautiful

Slide 10 - Slide

Achter het woord+er zet je ook soms than
This dog is smaller than that one.

Slide 11 - Slide

Voor het woord+est zet je soms the
This dog is the cutest.

Slide 12 - Slide

3 Uitzonderingen:
woorden die eindigen op een griekse y
bijv : ugly, lazy, early, heavy
Bij de vergrotende trap verdwijnt de 
-y en komt er -ier achter
1

Slide 13 - Slide

woorden die eindigen op een griekse y
Bij de overtreffende trap verdwijnt 
de -y en komt er -iest achter
1
an ugly dog 
an uglier dog
the ugliest dog

Slide 14 - Slide

2
woorden die eindigen op -e
bijv : safe, nice, large
Bij de vergrotende trap komt er een -r achter het woord

Slide 15 - Slide

2
woorden die eindigen op -e
Bij de overtreffende trap komt er een -st achter het woord
a large dog
a larger dog
the largest dog

Slide 16 - Slide

Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
bijv : big , fat, hot
Bij de vergrotende trap verdubbelt de medeklinker + er
bigger/ fatter/ hotter

Slide 17 - Slide

Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
Bij de overtreffende trap verdubbelt de medeklinker + est
         
a fat dog
a fatter dog
the fattest dog

Slide 18 - Slide

Uitzonderingen:
4
good - better - best
bad - worse - worst
much/many - more - most
little - less - least

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide