A5sp3 - P4 Les 6 (H5 Les 12) - GSE (24-05-2024)

Bienvenidos
lessonup klascode A5sptl3: fzfqw
(het linkje staat op magister bij de les Spaans van 14 mei 2024)

1 / 45
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos
lessonup klascode A5sptl3: fzfqw
(het linkje staat op magister bij de les Spaans van 14 mei 2024)

Slide 1 - Slide

Período 4: Objetivos /metas (leerdoelen)
Je verbetert je leesvaardigheid op het gebied van media, kunst, film, literatuur (ERK-niveau B1+)   
Je verbetert je luistervaardigheid op bovengenoemde terreinen (ERK-niveau B1+)   
Je verbetert je presentatievaardigheid (ERK-niveau A2+)   
Je leert hoe je een verslag schrijft in het Spaans (ERK-niveau B1)   

Je leert de benodigde grammatica en vocabulaire voor bovengenoemde taalvaardigheden   
Je doet kennis op over het Spaanse taalgebied: je leert over media, kunst, cultuur.
Je kennis van land en cultuur leer je steeds meer toepassen in de communicatie (interculturele competentie).   

Slide 2 - Slide

El programa 
1. WvdW / info / objetivos / deberes
2. Lectura Cito 
  • Comprobar: Si me toca el gordo 
  • Nuevo: Historia de un rapero argentino
3. Kennistoets bevat grammatica -> repaso pasados + subjuntivo
4. REFLEXIÓN + DEBERES




PA 4 libro de alumno 3, Capítulo 5
Woord van de week ->
alma = ziel
¿Qué significa 'del alma mía'?

Slide 3 - Slide

Woord van vorige week
acabar de + hele werkwoord = net klaar zijn met / net gedaan hebben
Acabo de comer mi bocadillo. 
Ik heb net mijn broodje opgegeten.


Slide 4 - Slide

Woord van de week
devolver (ue) = terugbrengen, overhandigen, teruggeven
Si tienes algo prestado, hay que devolverlo.
Als je iets geleend hebt, moet je het teruggeven.


Slide 5 - Slide

INFO: Periode 4
Toetsen: 
  • Tussentoets (H5 thema kunst-film-literatuur + herhaling) -> AFWEZIG? Ouders moeten van tevoren afmelden via mail bij de docent. Zo niet, dan cijfer 1,0.
  • LET OP: bij de kennistoets moet je ook vragen kunnen beantwoorden over de schrijvers en kunst die in dit hoofdstuk aan de orde komen. Voorbeeldvragen staan bovenaan de studiewijzer.
  • Toetsweek: Leesvaardigheid

Taalportfolio: zie teams OPDRACHTEN
  • Lorca (groepsopdracht voor een SE-cijfer, 5%)
  • Don Quijote (leesboekje), opdracht staat in teams
  • Glosario, opdracht in teams
  • Werkdocument, opdracht in teams

Slide 6 - Slide

Comprobar los deberes 

Estudiar:  
lenguateca D (p.45) 
vocab D (p.48-49) 

Hacer: 
CE LEZEN HAVO 2016-2 tekst 10 Curiosidades: Si me toca el gordo -> volgende slide
Trabajar en la tarea sobre Lorca. 

Slide 7 - Slide

Comprobar: Si me toca el gordo
CE LEZEN HAVO 2016-2 tekst 10 
HAVO 2016-2 tekst 10 'Curiosidades':

37D (zie regel 8, 72% seguiría trabajando = 72% zou doorgaan met werken)
38 Albert Corbi (No creo que hiciera nada especial = Ik geloof niet dat ik iets speciaals zou doen)


Slide 8 - Slide

Cito -> Historia de un rapero argentino

  • Bestudeer de vragen en teksten zorgvuldig en noteer de antwoorden van de opgegeven teksten in je werkdocument. 
  • Kijk de teksten na wanneer dat wordt aangegeven en wees kritisch op je werk. Stel vragen en probeer te leren van je fouten.
  • Houd een glosario bij, waarin je per tekst ca. 5 woorden met vertaling noteert. Herlees en leer de woorden regelmatig.

HACER: 
HAVO 2015-2 tekst 8 'Beroemdheden': Historia de un rapero argentino.

¿Que es un rapero?
timer
15:00
Klaar? Werk verder aan de grammatica (volgende slides).

Slide 9 - Slide

Gramática
1. Subjuntivo: herhaal grammatica D (p.36) en maak oef 37 helemaal af

2. Pasados: Kies een van de volgende methoden van uitleg: 
-document verleden tijden (linkje bij leerstof kennistoets bovenaan de studiewijzer) 
-grammatica B van hoofdstuk 5 én de vervoegingen in Libro de referencia.
Herhaal daarna oef 10-11 van hoofdstuk 5. 

STER oefeningen: Zie de linkjes bovenaan de studiewijzer 
Ejercicios online pasados  + ejercicio online subjuntivo  
Doe de ‘juego de carreras’+ Maak de ‘test de indicativo y subjuntivo‘ 
timer
15:00

Slide 10 - Slide

REFLEXIÓN gramática
4 páginas

Slide 11 - Slide

Salvador Dalí .......... en 1904.
A
has nacido
B
nacía
C
nació
D
nací

Slide 12 - Quiz

Porque .......... todo el día, no ......... al parque.
A
llovió - íbamos
B
ha llovido, íbamos
C
llovió - fuimos
D
llovía - fuimos

Slide 13 - Quiz

Para aprender español, es importante que .......... libros en español.
A
leo
B
leas
C
lees
D
leemos

Slide 14 - Quiz

1. In hoeverre ben je tevreden over jouw beheersing van de verleden tijden en subjuntivo?
2. Wat zou je nog moeten/kunnen doen om het te verbeteren?

Slide 15 - Open question

Los deberes
Estudiar:  
zie stof kennistoets, halve lesduur voor de toets; boeken meenemen!!! 

Hacer:

Hacer: (extra ter voorbereiding kennistoets)  
Ejercicios online pasados  
Ejercicios online subjuntivo  
Doe de ‘juego de carreras’+ Maak de ‘test de indicativo y subjuntivo‘ 

Slide 16 - Slide

LECTURA: cito 
Antes de comenzar:
1. Estrategias
2. Tomad un diccionario
3. ¡¡¡ Trabajad con atención !!!

Slide 17 - Slide

Respuestas
Zapatos con mensaje' -> antwoorden
 






timer
5:00

Slide 18 - Slide

Escuchar: ej. 41
PA4 H5 Oef 41a
PA4 H5 Oef 41b
PA4 H5 Oef 41c

Slide 19 - Slide

Lenguateca D + Hablar
Ejercicio 44-45
(p.45-46)

Slide 20 - Slide

Los deberes fueron: 

Estudiar:
  • H5 vocab C,D
  • H5 Gram. D

Hacer: 
  • afmaken opdrachten vorige les (H5 oef 36 + 37abcd) 
  • CE LEZEN: HAVO 2017-1 tekst 12 ¿Cómo hay que quitar un chicle pegado de la ropa? -> 39 Encendedor, Hielo; 40 D
  • CE LEZEN: HAVO 2017-1, Teatro en el salón de casa – tekst 9, onderstreep in iedere alinea 2 zinnen, die samen de hoofdzaken van de tekst weergeven + maak daarna de examenvragen -> 33C, 34A, 35D, 36A
                                                                                                
Nakijken Paso adelante: met antwoordboek

Slide 21 - Slide

Literatura: Federico García Lorca
El poeta más famoso de España vivió de 1898 a 1936.
-> Trabajad en parejas + describid el hombre en la foto en 5-7 frases: su apariencia, su carácter...


Slide 22 - Slide

Repaso: El Subjuntivo
1. uitgangen kennen
2. gebruiken bij: 
  • wil / advies
  • wens / voorkeur
  • onpersoonlijke uitdrukking met 'que'
  • twijfel of onzekerheid
  • emotie/gevoel, p.e. lo siento que... (het spijt me dat ...) 
Let op, 
creo que…, es seguro que … + indicativo (dus GEEN subjuntivo)
no creo que …, no es seguro que … + subjuntivo
-> HACER: ejercicio 37e


Slide 23 - Slide

Vocabulario D (p.49) + Lenguateca D (p.45)
Repasad el vocabulario + lenguateca durante 3 minutos
y contestad las preguntas en las próximas 4 páginas.
timer
3:00

Slide 24 - Slide

ik vergis me
A
me apasiono
B
yo comparto
C
me explico
D
me equivoco

Slide 25 - Quiz

het cliché
A
el prejuicio
B
el marido
C
el tópico
D
al final

Slide 26 - Quiz

misschien
A
acabo de
B
al final
C
quizás
D
a escondidas

Slide 27 - Quiz

Welk woord betekent NIET
'misschien' ?
A
acaso
B
a lo mejor
C
quizás
D
por otro lado

Slide 28 - Quiz

Ines del alma mía








1. ¿Cuándo transcurre esta historia?
2. ¿Dónde?
3. ¿Quién es la protagonista?

Slide 29 - Slide

LECTURA: ‘Inés del alma mía’
  • Paso adelante Capítulo 5, ej. 38-39-40





Isabel Allende

Slide 30 - Slide

Cito-examenteksten
In de les/huiswerk worden examenteksten gemaakt. 
  • Bestudeer de vragen en teksten zorgvuldig en noteer de antwoorden van de opgegeven teksten in je werkdocument. 
  • Kijk de teksten na wanneer dat wordt aangegeven en wees kritisch op je werk. Stel vragen en probeer te leren van je fouten.
  • Houd een glosario bij, waarin je per tekst ca. 5 woorden met vertaling noteert. Herlees en leer de woorden regelmatig.

Slide 31 - Slide

LECTURA: Comprobar (cito) 
HACER: HAVO 2017-1,  texto 12 
¿Cómo hay que quitar un chicle pegado de la ropa? 
-> 39 Encendedor, Hielo; 40 D

Nuevo texto en la próxima página. Antes de comenzar:
1. Estrategias
2. Tomad un diccionario
3. ¡¡¡ Trabajad con atención !!!

Slide 32 - Slide

Cito: Zapatos con mensaje
HACER en grupos, luego terminar en casa.
  • HAVO 2014-2, Texto 4 ’Zapatos con mensaje’ 
  • Onderstreep in iedere alinea 2 zinnen, die de hoofdzaken van de alinea weergeven
  • Markeer de signaalwoorden en noteer de betekenis
Maak daarna de examenvragen, noteer in welke regel je het antwoord hebt gevonden.

  1. Wat heb je onderstreept? Wat zijn de signaalwoorden? 
  2. Hoe heb je gewerkt (strategie)?
  3. Wat zijn je antwoorden op de vragen + leg uit waarom.
  4. Reflecteer op jouw resultaat.

Slide 33 - Slide

Reflexión
3 páginas

Slide 34 - Slide

Apunta 3 cosas concretas que has aprendido sobre Isabel Allende y 'Inés del alma mía'.

Slide 35 - Open question

Completa la frase.
Muchachos, os aconsejo que (hablar) __________ español en clase.
A
hablas
B
habláis
C
hablen
D
habléis

Slide 36 - Quiz

Completa la frase.
Manuel, quiero que (atender) _____ las clases.
A
atiendes
B
atiendo
C
atiendas
D
atendéis

Slide 37 - Quiz

Los deberes
Estudiar:  zie stof kennistoets
Alvast bestuderen de stof voor de kennistoets. Vergeet niet bij de teksten in Paso adelante van iedere schrijver/kunstenaar enkele kenmerken te onthouden,  zie de voorbeeldvragen bovenaan de studiewijzer.

HACER:  afmaken opdrachten vorige les (= oef 38 t/m 40 van hoofdstuk 5)
CE LEZEN: HAVO 2014-2 Texto 4 Zapatos con mensaje, Doe dat op de volgende manier:
  • Onderstreep in iedere alinea 2 zinnen, die de hoofdzaak van de alinea weergeven
  • Markeer de signaalwoorden en noteer de betekenis
  • Maak daarna de examenvragen, noteer in welke regel je het antwoord hebt gevonden.
  • Daarna moet je het volgende kunnen toelichten.:
  • Wat heb je onderstreept? Wat zijn de signaalwoorden? 
  • Hoe heb je gewerkt (strategie)?
  • Wat zijn je antwoorden op de vragen + leg uit waarom.
  • Reflecteer op jouw resultaat.

Slide 38 - Slide

El Subjuntivo
Uitleg subjuntivo: filmpjes met uitleg 

Slide 39 - Slide

CSE: El futuro del español
39 B
40 B
41 D
42 C


Slide 40 - Slide

CSE: El futuro del español
39 B
40 B
41 D
42 C


Slide 41 - Slide

H5 vocab B:
blijken
A
trasladarse a
B
mencionar
C
deberse a
D
resultar

Slide 42 - Quiz

H5 vocab B:
aangezien
A
ya que
B
aunque
C
por eso
D
lograr

Slide 43 - Quiz

H5 vocab B:
de brug
A
el rascacielos
B
el estilo
C
la estrella
D
el puente

Slide 44 - Quiz

H5 vocab B:
opvallen
A
recibir
B
contemporáneo
C
ser reconocido
D
destacar

Slide 45 - Quiz