Les 5 Zwangerschap en bevalling

1 / 40
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik....

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bevruchting vindt plaats in de..
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een twee-eiige tweeling ontstaat uit
A
1 eicel, 1 zaadcel
B
1 eicel, 2 zaadcellen
C
2 eicellen, 2 zaadcellen
D
2 eicellen, 1 zaadcel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je dag 11 t/m 15 van de menstruatie cyclus?
A
menstruatie
B
ovulatie
C
bevruchting
D
vruchtbare periode

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De ontwikkeling van borsten is
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Als iemand zich niet kan voortplanten, noem je dat..
A
verminderde vruchtbaarheid
B
onvruchtbaarheid

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Een embryo is
A
Tot 9 weken
B
Tot 20 weken
C
Tot 22 weken
D
Tot 40 weken

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Gedurende de eerste drie maanden van een zwangerschap, het eerste zwangerschapstrimester, voelt een deel van de aanstaande moeders zich vaak misselijk. De geur van bepaalde producten, zoals koffie, kan opeens als zeer onprettig worden ervaren. Het is mogelijk dat deze zwangerschaps-misselijkheid het embryo beschermt tegen stoffen die schade kunnen berokkenen. De ontwikkeling van het embryo tijdens dit trimester kun je goed zien in figuur A.
Bij vier weken is het embryo 3-4 mm groot. Het heeft de vorm van de letter C. De hersenen beginnen met ontwikkelen. Het hartje klopt al en er worden steeds meer bloedvaten aangelegd. De longen zijn nog kleine uitstulpingen vanuit de buis, die later het maag-darmkanaal vormt. Daarna verschijnen eerst de armpjes en beentjes en vervolgens de handjes en voetjes.
Tussen week 6 en 8 ontwikkelen het zenuwstelsel, skelet en het hart zich verder. Het hoofd, de nek en de oren worden gevormd. Ook het geslacht wordt langzamerhand ontwikkeld. In week 8 is het embryo zo’n 3 cm groot. Het bloedvatenstelsel en zenuwstelsel hebben zich verder ontwikkeld en de hersenen beginnen al te werken. De vingertjes en teentjes komen los van elkaar. Het kindje begint te bewegen. De geslachtelijke ontwikkeling zet zich verder voort. Het is nog wel lastig om het geslacht te bepalen.
Na 9 weken is het eind van de embryonale fase bereikt en wordt het embryo een foetus. Tussen week 9 en 11 is het 5-6 cm groot en weegt het 5-6 gram. De foetus is helemaal compleet maar nog niet volgroeid. Het eerste haar groeit en er hebben zich 20 bobbeltjes in de kaken gevormd. Deze bobbeltjes worden later melktandjes.
In week 12-13 wordt een begin gemaakt aan de vorming van zaadballen of eierstokken. Nu kan er vastgesteld worden welk geslacht de foetus heeft. Het kindje begint met duimen en gaat gapen. De vingerafdrukken verschijnen.

Slide 17 - Slide

5.2 Tweede zwangerschapstrimester (FiguurB, blz. 23)
Tijdens de middelste drie maanden van een zwangerschap (tweede zwangerschapstrimester; maand 4, 5 en 6) voelen de meeste aanstaande moeders zich beter. In dit trimester ontwikkelt de foetus zich als volgt, zie Figuur B (blz. 16):
Tussen week 14 en 17 zijn de spieren volledig ontwikkeld. De foetus weegt ongeveer 100 gram en er is een heel skelet aanwezig. In deze periode kan de zwangere vrouw de baby voelen bewegen (schoppen). De armpjes komen in verhouding, tandjes, wimpers en donshaartjes verschijnen, reflexen gaan werken, de spiertjes worden sterker en de baby kan de hik hebben.
Tussen week 18 en 21 kan de foetus inmiddels horen en licht en donker waarnemen. Het is 16 cm groot en weegt ongeveer 150 gram. Er ontstaat een wit vettig laagje op de huid als bescherming voor het liggen in het vruchtwater. Na de helft van de zwangerschap (21 weken) krijgt het kindje een dagelijks ritme en gaat het dromen.
Na 23 weken krijgt de baby maagzuur en heeft het een kans om buiten de baarmoeder te overleven. Het heeft knipper-schrik-reacties.

Slide 18 - Slide

5.3 Derde zwangerschapstrimester (Figuur C, blz. 24)
Gedurende de laatste drie maanden (derde zwangerschapstrimester) gaat het kind in de baarmoeder veel energie vragen: het groeit snel en neemt toe in gewicht. Daardoor voelen aanstaande moeders zich sneller moe. Een zwangere vrouw komt gemiddeld ongeveer twaalf kilo aan, sommigen tot 25 kilo, tijdens de zwangerschap. Slechts ongeveer een derde daarvan is het gewicht van het kind zelf. In dit trimester ontwikkelt de foetus zich als volgt, zie figuur C.
Tussen week 22 en 24 is het gehoor van de foetus zo goed ontwikkeld dat het al geluiden van buiten kan horen.
Tussen week 26 en 28 is de foetale periode afgelopen en het is nu een prematuur baby geworden. De lengte is ongeveer 35 cm en het gewicht bedraagt ongeveer 1000 gram.
Tussen week 28 en 38 groet de baby enorm snel. Er is steeds minder bewegingsruimte waardoor het hoofdje meestal naar beneden komt te liggen. De baby heeft traantjes en kan ruiken. De beenbewegingen lijken op lopen en de baby krijgt een slaap-waakritme. De longetjes ontwikkelen zich verder, de baby krijgt een roze velletje en leert proeven.
In week 36 begint de indaling en de geboorte vindt plaats rond week 40.
Een zwangerschap duurt dus gemiddeld veertig weken, gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie van de moeder. Een baby wordt op tijd geboren wanneer de zwangerschapsduur tussen de 37 en 42 weken bedraagt. Tijdens de prenatale fase (de fase voor de geboorte) maakt het kind dus een enorme ontwikkeling door. Het kind heeft zich vanaf de conceptie (moment van bevruchting) ontwikkeld van een ‘speldenknopje’ tot een mensenkind.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

5.4 De bevalling
De bevalling (geboorte) begint met de ontsluiting van de baarmoedermond. Dit gaat samen met samentrekkingen van de baarmoeder, de ontsluitingsweeën. Hierdoor wordt de baarmoedermond zachter en weker. In de loop van de tijd nemen de weeën toe en worden ze krachtiger. Wanneer de baarmoedermond een diameter van 10 cm heeft bereikt, begint de uitdrijvingsfase. Hierbij wordt door krachtige samentrekkingen van de baarmoeder (uitdrijvingsweeën) en persen van de moeder de baby door de vagina (het geboortekanaal) geduwd. Voor dit stadium breken de vliezen vaak, vaak al tijdens de ontsluitingsfase. De weeën worden veroorzaakt door het hormoon oxytocine uit de hypofyse. Het hoofdje van de baby komt in de meeste gevallen als eerste naar buiten. Dit is het grootste gedeelte van de baby en kost dus de meeste moeite om naar buiten te persen. Daarna is vaak nog maar één perswee nodig om het lijfje naar buiten te duwen.

Slide 23 - Slide

5.5 Na de geboorte
Na de geboorte van de baby wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. Ongeveer een half uur nadat de baby is geboren, worden de placenta en vliezen uitgestoten (nageboorte). De baarmoeder trekt dan samen, waardoor de placenta loslaat van de baarmoederwand. Dit laat een wond achter in de baarmoeder, waardoor je één tot twee weken na je bevalling nog wat bloed zal verliezen. De baby wordt gewogen (normaal gewicht is tussen de 2750-3750 g), de temperatuur wordt rectaal gemeten en 1 uur na de geboorte komt een arts langs om nog enkele testjes te doen.

Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Baarmoederhals wordt wijder
Kind wordt naar buiten geperst
Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

De geboorte van een baby wordt op verschillende manieren gevierd. Hoe wordt dit in jouw omgeving gevierd?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

.6 De vroeggeboorte
Een normale zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken. In die tijd groeit de baby uit tot een voldragen kind. Maar soms kondigt een baby zich al ruim voor de 37 weken aan. Dan is er sprake van een vroeggeboorte en hebben we het over een premature baby. In Nederland worden jaarlijks zo’n 12.000 baby’s te vroeg geboren (prematuur). Dat staat gelijk aan ongeveer 7% van alle baby’s die jaarlijks worden geboren. In Nederland worden baby’s in ziekenhuizen actief opgevangen als ze geboren worden na 24 weken zwangerschap. Dat houdt in dat de neonatologen (artsen gespecialiseerd in de zorg voor zieke of vroeggeboren baby’s) als het nodig is de baby intuberen, ademhalings- ondersteuning geven en veel doen aan warmte-management. Hartmassage en bloeddruk ondersteunende medicatie worden niet gegeven: de kwaliteit van leven van een baby die hierdoor overleeft is nog te slecht. Bij een geboorte vóór de 24ste week van de zwangerschap is de behandeling van een baby gericht op comfort van het kind in plaats van overleven. De meest voorkomende problemen bij veel te vroeg geboren baby’s zijn: onrijpe longen, problemen met de bloedsomloop, hersenbloedingen en ernstige infecties. Pas vanaf 34 weken zwangerschap heeft een te vroeg geboren baby bijna even goede kansen als een kind dat ‘op tijd’ is geboren. Wordt een baby vlak na de 24ste week geboren, dan overleeft bijna 56% van de kinderen. Bij elke week die daarbij komt, stijgen de overlevingskansen van de baby flink. Na 26 weken overleeft 72%, na 27 weken 80-90% en na 28 weken zelfs 95%.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting....

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat beschermt het kindje tegen het stoten in de buik

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Weeën zijn samentrekkingen van de spieren in de baarmoederwand
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er "geboren" bij de nageboorte

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Tot volgende week!
Babyfase deel 1

Slide 40 - Slide

This item has no instructions