Natuurrampen 2

Natuurrampen
Instructieles 2
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 8

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Natuurrampen
Instructieles 2

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

Lesdoelen
  • Aan het einde weet ik  een tsunami is en hoe deze ontstaat.
  • Aan het einde van de les weet ik wat overstromingen zijn en waardoor deze kunnen ontstaan.
  • Aan het einde van de les weet ik wat een droogte is en waar droogte het vaakst voorkomt.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Kijkvragen
  • Waar vinden we de oorsprong van een tsunami? Wat gebeurt er daar?
  •  Hoe hard gaan de golven over de zee?
  • Wat gebeurt er dichterbij de kust met de golven?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Hoe ontstaat een tsunami?
Een tsunami is een enorme golf die ineens opduikt uit zee. Twee aardplaten botsen op elkaar onder de zee. Zo
ontstaat er een zeebeving. Door de zeebeving wordt het water omhoog geduwd. Het omhoog geduwde water vormt golven. De golven rollen naar de kust. Ze worden steeds
hoger en sneller. Het water aan de kust loopt terug in zee. De enorme golf bereikt de kust en verwoest daar alles op zijn pad.

Slide 8 - Slide

Waar vinden veel tsunami's plaats?

Niet elke zeebeving veroorzaakt een tsunami.
Er moeten drie dingen gebeuren:
1. De zeebeving moet zwaar genoeg zijn.
2. De zeebeving moet niet te diep onder de zeebodem
zijn.
3. De zeebodem moet erdoor openscheuren.
Dit gebeurt bijna alleen maar in de Grote of Stille Oceaan. Op de kaart kun je zien waar dat is. Ook in de Atlantische Oceaan ontstaat weleens een kleine tsunami. Op de kaart kun je nu ook zien waarom Japan vaak te maken heeft met tsunami’s.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Welke zin is niet waar?
A
Een tsunami verplaatst zich razendsnel.
B
Tsunami’s komen soms ook voor in rivieren.
C
Een tsunami bestaat vaak uit meer dan één grote golf.

Slide 11 - Quiz

Wist je dat...
Op Tweede Kerstdag 2004 was er een
verschrikkelijke tsunami in de Indische Oceaan.
226.000 mensen kwamen om en honderdduizenden mensen
verloren hun huis.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Kijkvragen
  • Wat is er in Limburg gebeurd met de buien?
  • Waar stromen de beekjes naartoe?
  •  Waarom zal er in Brabant niet zo snel een overstroming plaatsvinden?
  • Welke maatregelen zijn er getroffen om overstromingen te voorkomen?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Hoe ontstaat een overstroming?
Een overstroming kan ontstaan door 5 verschillende redenen:
  1. Extreme regenval, dat betekent dat er heel veel regen valt.
  2. Breuk van een stuwdam, die normaal het vele water tegenhoudt.
  3. Een orkaan, die warm zeewater opzuigt en dat neerstort op het land.
  4. Smeltende sneeuw of ijs, waardoor rivieren overvol worden
  5. Een tsunami, een gigantische golf die veroorzaakt wordt door een aardbeving onder de zee.

Slide 17 - Slide

Waar komen overstromingen voor?
Elke plek waar het regelmatig regent, kan onder water komen te staan. Maar het regent niet altijd evenveel op dezelfde plaats. Daarom kunnen we niet altijd voorspellen welke gebieden getroffen zullen worden door een overstroming. Er zijn wel een aantal gebieden op aarde waar het risico groot is. Die zie je op deze kaart.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Welke zin is niet waar?
A
In Nederland heb je in meer dan de helft van het land de kans dat je te maken krijgt met een overstroming.
B
Dijkdoorbraken, hevige regen en een tsunami kunnen oorzaken zijn van een overstroming
C
In woestijnen en op het platteland komen de meeste overstromingen voor.
D
Beschadigde wegen en huizen kunnen gevolgen zijn van een overstroming.

Slide 20 - Quiz

Wist je dat...
Meer dan zestig procent van Nederland loopt het risico op een overstroming, omdat het land onder de zeespiegel ligt of in het
stroomgebied van een rivier.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Kijkvragen
  • Waar leven de moeras Arabieren van?
  • Waardoor is de droogte in Irak ontstaan?
  •  Wat is, naast de droogte, nog een gevaar van het water?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Wat is een droogte?
Er zijn op de wereld plekken waar veel regen valt en plekken waar het heel droog is. Bijvoorbeeld in een woestijn. Als het daar een tijdje niet regent, spreken we niet over een ‘droogte’, want er is niet minder regen dan anders. Je moet kijken naar de regen die normaal verwacht wordt op een bepaalde tijd in het jaar. Als dat ineens veel minder is, dan spreek je pas van een ‘droogte’.
Droogte is dus:
  • Als er tijdens een langere periode geen regen valt.
  • Als er minder water in de rivieren en meren zit dan anders.
  • Als er onvoldoende vocht in de bodem zit.

Slide 26 - Slide

Waar komen droogtes  het meest voor?
Droogtes komen het
meest voor in
in Afrika, Zuidoost-
Azië, Zuid-Amerika
en Australië.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Wat is waar over droogtes?
A
Ze zijn vaak tijdelijk, maar duren lang.
B
Ze zorgen steeds voor snelle hulpacties.
C
Ze starten heel snel
D
Ze komen het meest voor in Europa

Slide 29 - Quiz

Wist je dat...
De droogste plek op aarde is de Atacamawoestijn in Chili. Hier valt maar 5 millimeter regen per jaar. Gemiddeld dan, want er zijn ook plekken waar nooit een druppel valt.

Slide 30 - Slide

Wat heb ik tijdens deze les geleerd?

Slide 31 - Mind map

Heb ik de doelen bereikt?
  • Aan het einde weet ik een tsunami is en hoe deze ontstaat.
  • Aan het einde van de les weet ik wat overstromingen zijn en waardoor deze kunnen ontstaan.
  • Aan het einde van de les weet ik wat een droogte is en waar droogte het vaakst voorkomt.

Slide 32 - Slide