B1B - Fictie (les 2)

3.1 Fictie (les 2)


Klas 1U
28 januari 2022
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3.1 Fictie (les 2)


Klas 1U
28 januari 2022

Slide 1 - Slide

Programma
3.1 Fictie
- Herhaling vorige les
- Nieuwe stof behandelen
- Aan de slag met het huiswerk

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
- Aan het einde van de les heb ik verschillende trucjes geleerd waardoor een schrijver spanning kan opbouwen.

Slide 3 - Slide

Wat komt niet voor?
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
C
Niet-realistische non-fictie
D
Een realistische biografie

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort boek is dit?
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
C
Non-fictie
D
Biografie

Slide 5 - Quiz

In dit boek schrijft Michelle Obama over haar leven. Dit is...
A
Fictie
B
Een autobiografie
C
Een biografie
D
Niet-realistische fictie

Slide 6 - Quiz

Wat maakt een
boek spannend?

Slide 7 - Mind map

"Het is 4:00 's nachts. Waar ben ik beland? Ik probeer om mij heen te kijken, maar ik kan niets zien. Het is pikkedonker. Ik ben helemaal alleen. Wat moet ik doen? Waar moet ik heen?"
Vraag: wat maakt dit stukje spannend?

Slide 8 - Open question

Wat is spannender om te lezen?
De hoofdpersoon bevindt zich in een verlaten steegje.
De hoofdpersoon bevindt zich in de schoolkantine.

Slide 9 - Poll

Wat is spannender om te lezen?
"Het is twaalf uur 's middags. De zon schijnt. Ik loop buiten."
"Het is twaalf uur 's nachts. Het is donker. Ik loop buiten."

Slide 10 - Poll

De trucjes van een schrijver
1) Enge omgeving: 
donker bos, verlaten steegje; de schoolkantine waar duizend leerlingen zijn
2) Het tijdstip van de dag: 
drie uur 's nachts; twaalf uur 's middags 
3) Enge of spannende gebeurtenis:
alleen met de vijand; omringd met vrienden

Slide 11 - Slide

De trucjes van een schrijver
4) Een open plek: de schrijver houdt iets achter, jij wordt nieuwsgierig wat en wilt verder lezen
"Wat hij nog niet wist, is dat deze dag de ergste dag van zijn leven gaat worden."
5) Vertragen: de schrijver geeft steeds meer informatie
"Terwijl Freddy naar huis aan het lopen is, staat Jos hem op te wachten. Om het hoekje. Met een mes. Klaar om Freddy pijn te doen."

Slide 12 - Slide

De trucjes van een schrijver
6) De lezer weet meer dan de hoofdpersoon
Bijvoorbeeld wanneer jij als lezer al wel weet wie de dader is, terwijl de hoofdpersoon op dit moment een gesprekje met hem aan het voeren is. 
7) Onverwachtse gebeurtenissen
Wanneer je iets niet ziet aankomen, wil je verder lezen om te zien hoe dit gaat aflopen. 

Slide 13 - Slide

Dus... Welke trucjes zijn er om een verhaal spannend te maken?

Slide 14 - Open question

Maak een keuze..
1) Simone van der Vlugt - De Guillotine
Het verhaal speelt zich af in Frankrijk in 1789, net voor de Franse Revolutie.
Sandrine, dochter van een rijke baron die heel veel grond bezit, gaat uit rijden
met haar paard. In de uitgestrekte bossen raakt ze de weg kwijt. Ze stopt om
zich te oriënteren. Ineens gaan de haartjes in haar nek overeind staan.
2) Diet Verschoor - Gewoon anders
Als je verliefd bent, sms je tot je erbij neervalt. Elk woord is belangrijk en
verslavend. Maar wat voor onzin staat er nu eigenlijk? 
3) Carry Slee - Pijnstillers
Casper is vijftien en zit in de derde klas. Zijn moeder is de laatste tijd vaak
moe en ze ziet er slecht uit.

Slide 15 - Slide

Simone van der Vlugt - De guillotine
Lees de tekst op 3.1.4 
Vul in (op de volgende slide) welke trucjes de schrijver gebruikt.


Slide 16 - Slide

Welke trucjes gebruikt de schrijver?

Slide 17 - Open question

Klaar?
Kijk oefening 1 t/m 8 na (via Magister, zie 'Berichten')
Maken: opdracht 9, 10 en 11 

Slide 18 - Slide

Diet Verschoor - Gewoon anders
Lees de tekst op 3.1.8  
Vul in (op de volgende slide) welke trucjes de schrijver gebruikt. 
 

Slide 19 - Slide

Welke trucjes gebruikt de schrijver?

Slide 20 - Open question

Klaar?
Kijk oefening 1 t/m 8 na (via Magister, zie 'Berichten')
Maken: opdracht 9, 10 en 11 

Slide 21 - Slide

Carry Slee - Pijnstillers
Lees de tekst op 3.1.9 
Vul in (op de volgende slide) welke trucjes de schrijver gebruikt. 

Slide 22 - Slide

Welke trucjes gebruikt de schrijver?

Slide 23 - Open question

Klaar?
Kijk oefening 1 t/m 8 na (via Magister, zie 'Berichten')
Maken: opdracht 9, 10 en 11 

Slide 24 - Slide