1 hv- Schulfächer + lidwoorden

Guten Morgen 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Guten Morgen 

Slide 1 - Slide

Das Programm (=het programma)
1. Die Lernziele (=de lesdoelen)
2. Start: Kapitel 4 
3. Schulfächer
4. Rückblick  bestimmte Artikeln(= terugblik bepaalde lidwoorden)

Slide 2 - Slide

Meine Lernziele für heute:
Am Ende dieser Stunde:

- kan ich im Unterricht kurze Sätze auf Deutsch sagen
- kenne ich die Schulfächer auf Deutsch
- heb ik het geslacht van de zelfstandige naamwoorden herhaalt.



Slide 3 - Slide

Hoe word je lid van mijn lessenup klas? Ga naar de onderstaande link en log je in met de code upejh

https://LessonUp.app/invite/group/upejh  

Slide 4 - Slide

Schule

Slide 5 - Slide

4. Schule
Sag mir im Chor nach:

Slide 6 - Slide

Schule! Was ist dein Lieblingsfach?
(schreib es auf Deutsch auf, wenn du es weißt)

Slide 7 - Mind map

Hoofdletters in de Duitse taal
  • Zelfstandig naamwoorden
  • Weekdagen, maanden
  • Begin van de zin
  • Titels, eigennamen
  • Werkwoorden die in een zelfstandig naamwoord zijn omgezet
  • das Haus
  • der Juli
  • Ich schreibe gerne.
  • Frau Schubert
  • Ich mag Backen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Geschichte
Mathematik
Englisch
Erdkunde
Deutsch
Physik
Chemie
AK
Wiskunde
Geschiedenis
Engels
Duits
Science

Slide 10 - Drag question

Wanneer schrijf je in het Duits een hoofdletter?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Theorie

Slide 13 - Slide

Das quiz

Slide 14 - Slide

... Klasse
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quiz

... Buch
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quiz

.... Junge
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quiz

... Männer
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quiz

... Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quiz

Lehrerin
A
der
B
das
C
die

Slide 20 - Quiz

Buch
A
die
B
das
C
der

Slide 21 - Quiz


März
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quiz


Freitag
A
der
B
das
C
die

Slide 23 - Quiz


Freiheit
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quiz

voor mannelijke woorden gebruik je
woorden die einidgen op -schaft
woorden die eindigen op -lein
voor meervoud gebruik je
das
der
die
die

Slide 25 - Drag question

mannelijk [m]
onzijdig [o] / het
meervoud [mv]
vrouwelijk [v]
der
die
das
die

Slide 26 - Drag question

Lesdoel behaald?
Ik kan Schoolvakken in het Duits benoemen
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Lesdoel behaald?
Ik kan het geslacht van zelfstandig naamwoorden
bepalen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Abschluss und Hausaufgaben
 woordenlijst leren blz. 19 en 20

Slide 29 - Slide