• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

H1 Grammatica: Samengestelde zinnen

Samengestelde zinnen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Wat gaan we vandaag leren?
  • Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
  • Ik kan voegwoorden herkennen.
  • Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin vinden.

Slide 2 - Slide

Samengestelde zinnen
Wat is het verschil tussen 1 en 2?

  1. Wortelnotentaart vind ik de lekkerste taart. Chocoladetaart is totaal geen favoriet van mij.
  2. Wortelnotentaart vind ik de lekkerste taart en chocoladetaart is totaal geen favoriet van mij. 


Slide 3 - Slide

SAMENGESTELDE ZINNEN

Met een voegwoord, zoals en, maar, omdat  of want, kun je van twee korte zinnen een samengestelde zin maken:


VOORBEELD:

Kim leest een boek.      Rick leest een stripverhaal.


Kim leest een boek, maar Rick leest een stripverhaal.



Slide 4 - Slide

SAMENGESTELDE ZINNEN

Wanneer je van twee korte zinnen één lang zin maakt,

dan noem je die zin een samengestelde zin.


VOORBEELD:

Ik loop naar de bakker.       Ik koop een brood.


Ik loop naar de bakker en ik koop een brood.



Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.

Slide 5 - Slide

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen zijn twee zinnen die aan elkaar worden gevoegd --> één zin.

Lijm: voegwoord (en, maar, waarom, dus, terwijl, etc......)

Voor het voegwoord staat altijd een komma, behalve bij het voegwoord 'en'.

Slide 6 - Slide

Maak van de twee zinnen één lange zin door ze te verbinden met het verbindingswoord 'en'.
- Kevin heeft een boek geleend.
- Hij leest daar dagelijks in.

Slide 7 - Open question

Maak van twee zinnen één lange zin met het voegwoord 'want':
- De leerlingen zijn te laat op school.
- De brug stond open.

Slide 8 - Open question

SAMENGESTELDE ZINNEN

In iedere zin staat een persoonsvorm. 

Zinnen met twee persoonsvormen noem je

samengestelde zinnen. 



Slide 9 - Slide

Hoeveel persoonsvormen staan er in de zin:

Kevin heeft een boek geleend en hij leest daar dagelijks in.
A
Geen
B
1
C
2
D
3

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Ik ben lid van een boekenclub en ik lees elke dag.

Slide 11 - Open question

Een samengestelde zin heeft minimaal twee persoonsvormen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Samengestelde zinnen
theorie in schrift
Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
 Samengestelde zinnen zijn enkelvoudige zinnen die samengevoegd zijn m.b.v. een voegwoord.

Hij is gevallen en hij moet naar het ziekenhuis.



Slide 13 - Slide

Evaluatie
Wat is een samengestelde zin?

Slide 14 - Slide

More lessons like this

Grammatica: Samengestelde zinnen

November 2024 - Lesson with 17 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Grammatica: Samengestelde zinnen

September 2024 - Lesson with 18 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

H1 Grammatica: Samengestelde zinnen

May 2024 - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

H1 Grammatica: Samengestelde zinnen

December 2024 - Lesson with 13 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

H5 paragraaf 4: Grammatica: Samengestelde zinnen

December 2024 - Lesson with 26 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Nieuw Nederlands H2 Samengestelde zinnen

October 2024 - Lesson with 10 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

H5 paragraaf 4: Grammatica: Samengestelde zinnen

January 2024 - Lesson with 18 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Grammatica Samengestelde zinnen 2.7

January 2025 - Lesson with 30 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings