This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Met een voegwoord, zoals en, maar, omdat of want, kun je van twee korte zinnen een samengestelde zin maken:
VOORBEELD:
Kim leest een boek. Rick leest een stripverhaal.
Kim leest een boek, maar Rick leest een stripverhaal.
Wanneer je van twee korte zinnen één lang zin maakt,
dan noem je die zin een samengestelde zin.
VOORBEELD:
Ik loop naar de bakker. Ik koop een brood.
Ik loop naar de bakker en ik koop een brood.
In iedere zin staat een persoonsvorm.
Zinnen met twee persoonsvormen noem je
samengestelde zinnen.
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.