het bezittelijk voornaamwoord klas 3 vwo 21 september 2022

Bonjour
Aan het eind van deze  les weet ik:
- of ik de woordjes van les B (fr-nl) genoeg heb geoefend
- of ik mijn leesvaardigheidshuiswerk goed heb gemaakt
- hoe je het bezittelijk voornaamwoord in het Frans gebruikt

Aan het eind van deze les kan ik:
- praten over een onderwerp van het rad
- het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour
Aan het eind van deze  les weet ik:
- of ik de woordjes van les B (fr-nl) genoeg heb geoefend
- of ik mijn leesvaardigheidshuiswerk goed heb gemaakt
- hoe je het bezittelijk voornaamwoord in het Frans gebruikt

Aan het eind van deze les kan ik:
- praten over een onderwerp van het rad
- het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Slide 1 - Slide

prenez vos devoirs, on va corriger!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden
in het Nederlands?

Slide 4 - Mind map

Chapitre 1 bron C: het bezittelijk voornaamwoord (1)






Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  
BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

let op: ma/ta/sa verandert in mon/ton/son voor een vrouwelijk woord dat met een klinker of stomme h begint!

Slide 7 - Slide

C'est ... père (mijn).
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 8 - Quiz

(hun) ... plage
A
leurs
B
notre
C
votre
D
leur

Slide 9 - Quiz

(hun) ... chats sont très mignons.
A
vos
B
nos
C
leur
D
leurs

Slide 10 - Quiz

onze ouders
A
vos parents
B
ses parents
C
leurs parents
D
nos parents

Slide 11 - Quiz

Let op!
Aan het bezittelijk voornaamwoord kan je niet zien of de eigenaar een jongen of een meisje is:

C'est le père de Mike - C'est son père
C'est la mère de Mike - C'est sa mère

Slide 12 - Slide

Formuleer in je hoofd een Frans antwoord op onderstaande vragen:
1. Où est ton livre?
2. Où est ta maison?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Link

Au travail!
13b,c,d, e + 15

huiswerk: leren woordjes en zinnetjes B nl-fr en fr-nl

Slide 15 - Slide

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Bonjour!
aujourd'hui:
- praten over een onderwerp van het rad
- herhalen bezittelijk voornaamwoord en opdrachten maken en nakijken



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

let op: ma/ta/sa verandert in mon/ton/son voor een vrouwelijk woord dat met een klinker of stomme h begint!
Weet je nog?

Slide 19 - Slide

Au travail!
13b,c,d, e + 15



Slide 20 - Slide

prenez vos livres d'exercices, on va corriger!

Slide 21 - Slide

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

devoirs
huiswerk: leren werkwoorden aller+ faire in de présent (zie stencil)

Slide 23 - Slide

Leçon D
- livre d'exercices page 16
- livre de textes page 11

Slide 24 - Slide