Nederlands: examenvoorbereiding Spreken & Gesprekken

Nederlands
Voorbereiding op het mondelinge examen Spreken
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands
Voorbereiding op het mondelinge examen Spreken

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Wat houdt het examen spreken in? 
  • Kenmerken van professionele presentaties en taalgebruik bespreken.
  • Nadenken over hoe kun je aantrekkelijk kunt presenteren.
  • Vragen?

Slide 2 - Slide

Mondelinge examens NL
Twee verschillende examens 
(Spreken & Gesprekken) die 
in één keer worden 
afgenomen.

Slide 3 - Slide

Spreken

  • Monoloog
  • Jij bent (voornamelijk) aan het woord
  • Vergelijkbaar met een presentatie/spreekbeurt.
Gesprekken voeren

  • Dialoog
  • Samen in gesprek
  • Werkoverleg, sollicitatie etc. 

Slide 4 - Slide

Algemene informatie 
  • Duur examen spreken: 
    2F: het examen duurt ongeveer 4 tot 6 minuten
    3F: het examen duurt ongeveer 6 tot 8 minuten

  • Duur examen gesprekken:
    2F: het gesprek moet ongeveer 6 minuten duren
    3F: het gesprek moet ongeveer 8 minuten duren
 (Aansluitend worden vragen gesteld.)







Slide 5 - Slide

Algemene informatie (1)

  • Aanwezig: examinator (gespreksleider) - student'
  • Geluidsopname of tweede examinator
  • Thuis voorbereiden
  • De uitslag volgt na ongeveer 14 dagen.








Slide 6 - Slide

Algemene informatie (2)
Je wordt voor Spreken beoordeeld op:

  1. Samenhang (structuur, onderscheidhoofd-
    en bijzaken, etc.)
  2. Bereiken van je spreekdoel(en)
  3. Afstemming taalgebruik op publiek
  4. Woordenschat en woordgebruik
  5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en
    grammaticale beheersing




Slide 7 - Slide

Algemene informatie (3)
Je wordt voor Gesprekken beoordeeld op:

  1. Beurten nemen en bijdragen aan samenhang
  2. Afstemmen op doel
  3. Afstemming op gesprekspartner(s)
  4. Woordenschat en woordgebruik 
  5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en
    grammaticale beheersing.




Slide 8 - Slide

Geef een voorbeeld wanneer je een zakelijke presentatie moet houden.

Slide 9 - Mind map

Wat zijn kenmerken van een goede (professionele) presentatie?

Slide 10 - Mind map

Inleiding
Middenstuk
Slot
Stel jezelf voor
Geef een korte samenvatting of conclusie
Vertel kort hoe je presentatie is opgebouwd
Vraag of er nog vragen zijn.
Bedank het publiek.
Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp.
Bespreek de deelonderwerpen in een logische volgorde

Slide 11 - Drag question

Stappenplan van professionele presentatie

Slide 12 - Slide

Stap 1: Begin met impact
Een krachtige opening zorgt 
ervoor dat je meteen de aandacht 
van je publiek grijpt. 

Start dus positief!



Slide 13 - Slide

           Maar hoe?     
  • Stel jezelf voor: wie ben je?
  • Waarom vertel jij jouw verhaal? 
  • Maak de luisteraars nieuwsgierig.
  • Vertel hoe je presentatie is
    opgebouwd.

Slide 14 - Slide

Stap 2: De kernboodschap

Na je introductie geef je direct de 
kernboodschap van jouw presentatie 
(= belangrijkste wat je publiek moet 
onthouden passend bij jouw 
spreekdoel). 



Slide 15 - Slide

           Maar hoe?    

Wat is het belangrijkste voor het 
publiek om te onthouden?


--> Wat is de stelling en wat is jouw 
positie (eens/oneens)?

Slide 16 - Slide

Stap 3: Inhoudelijk verhaal

Maar hoe?
  1. Zorg voor goede voorbereiding: logische opbouw en je besproken inhoud moet kloppen! (feiten vs. mening)
  2. Gebruik eventueel een ondersteunende PowerPoint als kapstok.
  3. Onderbouw je mening met goede argumenten (2F/3F). Raadpleeg betrouwbare bronnen (nieuws/ feiten/ onderzoeken).
  4. Bespreek ook tegenargumenten en weerleg (3F). 
  5. Geef een goed voorbeeld uit je omgeving om je mening te ondersteunen(2F)



Slide 17 - Slide

Stap 3: Inhoudelijk verhaal (1)

Hoe maak je jouw PowerPoint?
  • gebruik zo min mogelijk tekst op een dia (kernwoorden)
  • gebruik aansprekende plaatjes die jouw verhaal ondersteunen 
  • afbeeldingen gebruiken als steekwoorden
  • controleer je presentatie op spelling


Slide 18 - Slide

Stap 5: Samenvatting en herhaling van de kernboodschap
Aan het einde herhaal je jouw kernboodschap 
nogmaals, zodat deze goed blijft hangen bij je 
publiek. Dit helpt om jouw boodschap te 
verankeren en te versterken. Door de cirkel 
rond te maken en terug te komen bij je 
kernboodschap, geef je je presentatie een 
krachtige afsluiting.


Slide 19 - Slide

           Maar hoe?    
  • Eindig met het herhalen van jouw
    stelling en vat kort de argumenten samen. 
  • Geef een advies, verwachting of
    voorspelling voor de toekomst die te
    maken heeft met je stelling (3F).
  • Controleer of er nog vragen zijn.
  • Bedank het publiek voor hun aandacht.

Slide 20 - Slide

TIPS
Lees de opdracht goed door en begin op tijd met je voorbereiding!
Voorbereiding
- het spreekdoel van jouw presentatie (wat wil je bereiken?)
- de kaders (hoeveel tijd heb ik om mijn doel te bereiken? Tip: 8 dia's- elke dia 30 sec praten).
- informatie verzamelen uit betrouwbare (!) bronnen 
- oefenen hardop zodat de lijn van je verhaal in je hoofd zit
- zorg dat je alles op tijd in orde hebt én dat je op tijd bent!

Slide 21 - Slide

Aantrekkelijk presenteren

  1. Zorg voor goede voorbereiding
  2. Maak contact met je publiek
  3. Ga rechtop staan
  4. Zorg voor een open houding
  5. Spreek rustig en duidelijk

Slide 22 - Slide

Aantrekkelijk online presenteren (1)
1. Ga staan
(zorgt voor meer focus, beter ademhaling en dus vollere stem)
2. Zoek de interactie op
3. Iedereen camera’s aan.
(zorg dat je in een goed verlichte ruimte bent)
4. Zorg voor een rustige, neutrale achtergrond.
(voorkom afleiding van jouw inhoudelijke verhaal)

Slide 23 - Slide

Aantrekkelijk online presenteren (2)
5. Laat je gezicht en bovenlijf zien
(zorg dus dat je netjes en representatief gekleed bent)
6. Wees voorbereid, inhoudelijk en technisch.
7. Vertel een anekdote.
Het is verbindend en fijn om te luisteren naar iemand die ergens enthousiast of gepassioneerd over is. Dat zijn de dingen die mensen onthouden.

Slide 24 - Slide

Zijn er nog
vragen?

Slide 25 - Slide

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Open question