§3.2 Op weg naar duurzame energiebronnen

Hoofdstuk 3: Energietransitie;
§3.2 Op weg naar duurzame energie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Energietransitie;
§3.2 Op weg naar duurzame energie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
* Herhaling paragraaf 3.1
* Nakijken opdrachten 3.1
* Bespreken paragraaf 3.2: Op weg naar duurzame energie
* Aan de slag met het verwerken van de stof

Slide 2 - Slide

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 3 - Drag question

Vul in: Als er geen natuurlijk/versterkt - broeikaseffect zou bestaan dan zou de aarde te koud/warm worden.
A
Versterkte Koud
B
Versterkt Warm
C
Natuurlijk Koud
D
Natuurlijk Warm

Slide 4 - Quiz

natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
Koolstofdioxide door afbraak organisch materiaal
Methaan uit moerassen en permafrost

Slide 5 - Drag question

Waarom wordt deze gletsjer met een wit doek ingepakt?
A
Dan heeft het dezelfde kleur als de gletsjer zelf en is het effect beter.
B
Wit reflecteert het zonlicht, zodat de gletsjer eronder niet smelt.
C
Wit absorbeert, zodat het doek warm wordt en de gletsjer eronder niet smelt.
D
Zodat de mensen niet direct op de gletsjer kunnen lopen en deze niet snel smelt.

Slide 6 - Quiz

Stelling 1: De rijkste 1 procent van de bevolking stoot evenveel co2 uit als de armste helft van de wereldbevolking.
Stelling 2: Door de opwarming van de zee heeft Nederland te meer te maken met hevige regenval.
A
Stelling 1 en 2 zijn waar.
B
Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
C
Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
D
Stelling1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Slide 7 - Quiz

Wat is energietransitie?
timer
0:30

Slide 8 - Open question

Nakijken opdrachten
Paragraaf 3.1

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
- Je kent de belangrijkste traditionele energiebronnen en je weet dat het energieverbruik per persoon en de CO2-voetafdruk jarenlang explosief toenam.

- Je begrijpt waarom traditionele energiebronnen niet duurzaam zijn en er een energietransitie nodig is.

- Je kunt aan de hand van een dwarsdoorsnede beslissen of gas en olie met conventionele winningstechnieken mogelijk is.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Aan het werk!

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 3: Energietransitie;
§3.2 Op weg naar duurzame energie

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
* Herhaling paragraaf 3.2
* Bespreken paragraaf 3.2: Op weg naar duurzame energie
* Aan de slag met het verwerken van de stof

Slide 16 - Slide

Door uitstoot van heel veel CO2 wordt de warmte op aarde vastgehouden, waardoor het té warm wordt.
A
Versterkt broeikaseffect
B
Broeikaseffect

Slide 17 - Quiz

Wat is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Aardgas
C
Steenkool
D
Zout

Slide 18 - Quiz

hoe heten fossiele brandstoffen ook wel?
A
uitputbare energiebronnen
B
conventionele olie en gas

Slide 19 - Quiz

Fossiele brandstof
Duurzame energie

Slide 20 - Drag question

Wat is geen nadeel van groene energie?
A
De productie van hernieuwbare energiebronnen is niet altijd zeker
B
Batterijen van hernieuwbare energiebronnen zijn nog niet geschikt om lange tijd energie op te slaan
C
De onderdelen van hernieuwbare energiebronnen worden gemaakt door middel van fossiele brandstoffen
D
Bij hernieuwbare energiebronnen komt veel onderhoud kijken. Dit is niet het geval bij uitputbare energiebronnen.

Slide 21 - Quiz

Waarom is het moeilijk om de Co2 uitstoot te beperken?
A
De atmosfeer kan je moeilijk aantasten
B
Co2 wordt ook door vulkanen uit gestoten
C
Er zijn geen alternatieven voor autos
D
Groeiende wereldbevolking en groeiende welvaart

Slide 22 - Quiz

Traditionele energiebronnen
* Wat zijn fossiele brandstoffen?
brandstoffen die zijn ontstaan uit planten en dieren
* Wat zijn voorbeelden van fossiele brandstoffen?
-bruinkool
-steenkool
-olie
-gas
* Wat is het nadeel van fossiele brandstoffen?
-raken op
-stoten broeikasgassen uit



Slide 23 - Slide

Traditionele energiebronnen
  •  Conventionele olie en gas: olie en gas dat makkelijk te winnen is.
  • Soms moet je veel moeite doen om olie en gas uit de grond te halen > bijv. teerzand (afzetting van zand en klei met daarin olie in vaste vorm). Het kost veel geld om hier de olie uit te halen.
  • Kernenergie: voordeel: geen uitstoot, nadeel: radioactief afval.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Van traditionele naar duurzame energiebronnen
  • Jarenlang nam het energieverbruik/pp en de CO2-voetafdruk/pp (ook wel CO2-uitstoot/pp) enorm toe door de groeiende bevolking en toenemende welvaart.
  • Toen het duidelijk werd dat fossiele brandstoffen slecht is voor de aarde > VN: energietranistie > energiebronnen die niet opraken en die geen CO2 uitstoten.
  • Overstap op duurzame energiebronnen is noodzakelijk.

Slide 26 - Slide

Aan het werk!

Slide 27 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 3.2 opdracht 1, 3, 4 en 6

Slide 28 - Slide