H2 Woche 14 & 15

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

1. Woche 16 - Lernziele dieser Stunde

Am Ende dieser Stunde kann ich ...

• ... mein Stundenplan auf Deutsch beschreiben. 
• ... sagen was ich in meinem Etui habe.

Woche 15 - Inhalt der Stunde

1. Lernziele dieser Stunde
2. Wiederholung der vorigen Stunde
3. Höraufgabe E.1
4. Mein Stundenplan
5. Aufgaben dieser Stunde
6. Check der Lernziele

2. Wiederholung der vorigen Stunde

Was bedeuten die folgenden Wörter?

der Schulhof

die Schulmensa

das Klassenzimmer

der Informatikraum

die Bibliothek

die Sporthalle

der Musikraum

der Kunstraum

het kunstencentrum

de kantine

de bibliotheek

het muzieklokaal

de sporthal

het computerlokaal

het schoolplein

het klaslokaal

Wat betekent 'natuurkunde' in het Duits?

Wat betekent 'biologie' in het Duits?

Wat betekent 'geschiedenis' in het Duits?

Wat betekent 'wiskunde' in het Duits?

Wat betekent 'Engels' in het Duits?

Zet de volgende woorden in de goede volgorde, zodat er een goede zin ontstaat!

habe - Am Dienstag - ich - Deutsch

Zet de volgende woorden in de goede volgorde, zodat er een goede zin ontstaat!

finde - langweilig - Mathematik - ich

Zet de volgende woorden in de goede volgorde, zodat er een goede zin ontstaat!

In der Schulmensa - jeden Tag - Pause - habe ich

2. Wiederholung der vorigen Stunde

Kannst du die Uhrzeit sagen?

die Uhrzeiten

Weet je nog?

ein Uhr = een uur

eine Stunde = een lesuur

 eine Viertelstunde = een kwartier

eine halbe Stunde = een half uur

ein Viertel = een kwart

halb = half

vor = voor

nach = over

3. Höraufgabe E.1 Lars'Stundenplan

Aufgabe E - Bladzijde 90; Arbeitsbuch

1. 1e keer luisteren: Wat is het lievelingsvak van Lars?
   
2. 2e keer luisteren: Vul het Stundenplan van Lars in. 

4. Mein Stundenplan

Am Montag

um 10.00 Uhr

Dag van de week

tijdstip

habe ich

Deutsch.

werkwoord & onderwerp

vak

4. Mein Stundenplan

Aufgabe

1. Maak je eigen Stundenplan. 
2. Bereid een kort gesprekje met elkaar voor.

4. Mein Stundenplan

Aufgabe

• Was hast du am Montag/ Dienstag/ Mittwoch/ Donnerstag/ Freitag?
• Am ... habe ich ... (vak invullen). 
• Und was hast du am ..... um .... Uhr?
• Dann habe ich ...

5. Aufgaben dieser Stunde

• Aufgabe E 4 t/m 8
• Klaar? Woordenlijst, blz. 100-101: Vertaal de woorden in het Nederlands. Vertaal eerst de woorden die je al weet. De woorden die je niet weet, kun je daarna opzoeken. 

6. Check der Lernziele

Am Ende dieser Stunde kann ich ...

• ... mein Stundenplan auf Deutsch beschreiben. 

Das brauche ich?

Was hast du in deinem Etui?

Ich habe eine Schere,

einen Stift,

...

Werkblad Grammatica 4e naamval

Ik kan mijn lesrooster in het Duits beschrijven en schoolspullen benoemen in het Duits.

😒🙁😐🙂😃

Auf meinem Schreibtisch ist ...

... ein Ordner

...

Welke zin is correct?

1. Ich habe eine USB-Stick
2. Ich habe einen USB-Stick
3. Ich habe ein USB-Stick
4. Ich haben einen USB-Stick