4.4 Hulp bij zwangerschap

1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

4.4
Hulp bij zwangerschap

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 4.4
  • Je kunt methoden om bij verminderde vruchtbaarheid toch zwanger te raken beschrijven
  • Je kunt onderzoekstechnieken om aandoeningen bij een foetus op te sporen voor de geboorte beschrijven en de risico's benoemen
  • Je kunt met biologische en ethische argumenten verschillende standpunten over ingrepen in het voortplantingsproces toelichten
  • Je kunt het verschil verklaren in genetische variatie tussen de nakomelingen die ontstaan zijn door geslachtelijke en ongeslachtelijke voorplanting

Slide 3 - Slide

Zwangerschapsbehandeling
IVF:
Oiv hormonen rijpen bij de vrouw meerdere eicellen. 
De eicellen worden ‘geoogst’ en overgebracht naar een petrischaal
Sperma van de man wordt toegevoegd.
Na een paar dagen worden enkele van de bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder.
Vraag: hoe kan de arts zien welke eicellen bevrucht zijn?

Slide 4 - Slide

Zwangerschapsbehandeling
ICSI:
Een spermacel wordt geïnjecteerd in een eicel (evt meerdere)
Na een paar dagen worden enkele van de bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder


Slide 5 - Slide

Welk hormoon moet de vrouw extra krijgen vóór het oogsten van de eicellen?
A
Oestrogenen
B
HCG
C
LH
D
FSH

Slide 6 - Quiz

Meerlingen
Bij IVF en ICSI behandelingen is de kans op meerlingen groot als meerdere enbryos worden teruggeplaatst.
Tegenwoordig gebeurt dit minder vaak.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zwangerschapsdiagnostiek
Echoscopie

Slide 10 - Slide

Zwangerschapsdiagnostiek
DNA test
- vlokkentest (cellen uit de placenta)
- vruchtwaterpunctie (cellen van embryo)
- navelstrengpunctie (bloed van embryo)
- NIPT test (bloed van de moeder met foetaal DNA)

Eerste drie geven kleine kans op een miskraam.

Slide 11 - Slide

Zwangerschapsdiagnostiek
Wanneer:
- aangeboren afwijkingen in de familie
- leeftijd moeder (grotere kans op bijv syndroom van Down)


Dilemma: wat te doen met de uitslag?

Slide 12 - Slide

Geslachtelijk/ ongeslachtelijk
Bij dieren is bijna altijd sprake
van geslachtelijke voortplan-
ting.
Bij planten komt in de natuur
ook vaak ongeslachtelijke
voortplanting voor.

Slide 13 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
In de landbouw wordt veel gebruik gemaakt van ongeslachtelijke voortplanting (kloneren).

Weefselkweek: kweken van plantjes op een voedingsbodem met voedingsstoffen en plantenhormonen voor het snel, veel dupliceren van een plant met gunstige eigenschappen.

Slide 14 - Slide

Voordeel ongeslachtelijk
Snel
Maar één ouder nodig
Je weet precies wat je krijgt

Nadeel: bij veranderende omstandigheden heb je geen variatie om het op te vangen.

Slide 15 - Slide

Voordeel geslachtelijk
Veel variatie.
Soorten kunnen zich daardoor aanpassen aan veranderende omstandigheden.

Slide 16 - Slide