3.2 Veiligheid en milieu

3.2 Veiligheid en milieu
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.2 Veiligheid en milieu

Slide 1 - Slide

op tafel
laptop
boek
rekenmachine
pen/potlood

Slide 2 - Slide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg bij 3.2 
  • Opdrachten maken bij 3.2
  • Kahoot
  • Lesafsluiting

Slide 3 - Slide

Veiligheidspictogrammen

Slide 4 - Slide

Veiligheidspictogrammen

Slide 5 - Slide

Veiligheidspictogram
Een veiligheidspictogram geeft aan wat het gevaar is van een stof.

Slide 6 - Slide

Giftige stoffen
  • Stoffen die al in kleine hoeveelheden schadelijk  (peligroso) zijn voor de gezondheid worden giftig genoemd.  

  • Niet elke stof levert direct gevaar op voor je gezondheid

Slide 7 - Slide

Medicijnen
  • Zijn stoffen om je beter te maken
  • Ze kunnen ook schadelijk zijn als je ze verkeerd gebruikt/ te veel

  • Altijd bijsluiter erbij

Slide 8 - Slide

wat betekent veiligheidspictogram?
A
afbeelding waarop je kan zien of een stof gevaarlijk is
B
afbeelding waarop je kan zien of een stof schadelijk is
C
afbeelding waarop je kan zien of een stof bijtend is
D
eenheid van massa, ook wel je gewicht genoemd.

Slide 9 - Quiz

wat betekent giftig?
A
stof is dodelijk
B
stof is schadelijk
C
stof is dodelijk of schadelijk
D
stof is veilig

Slide 10 - Quiz

Sleep de begrippen naar de juiste veiligheidspictogrammen.
Er blijft 1 begrip over.
irriterend
bijtend
ontvlambaar
oxiderend
giftig

Slide 11 - Drag question

Dosis
  • De hoeveelheid die je van een stof binnenkrijgt heet de dosis
  • Bij een te kleine dosis werken medicijnen niet goed. 
  • Bij een te grote dosis kunnen medicijnen schadelijk voor je lichaam zijn.

Slide 12 - Slide

Dus: alle stoffen kunnen gevaarlijk/giftig zijn, afhankelijk van de dosis

Slide 13 - Slide

Wat is de betekenis van dosis?
A
De hoeveelheid die aangeeft hoe giftig een stof is
B
De hoeveelheid die je van een stof mag gebruiken
C
De hoeveelheid medicijnen die je mag innemen
D
De hoeveelheid die je van een stof binnenkrijgt

Slide 14 - Quiz

Afval
Afval = Stoffen die je niet meer nodig hebt.

Welke soorten afval ken je?

Wat gebeurd er met afval?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Er zijn veel soorten afval
  • plastic
  • glas
  • papier
  • oud ijzer
  • kca (klein chemisch afval)
  • gft (groenten, fruit en tuin afval)
  • rest

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Afval
  • In sommige soorten afval kunnen schadelijke stoffen zitten
  • Deze mag je nooit zomaar weggooien 
  • Dan komen ze in het milieu en kunnen ze schade aanrichten
  • Deze stoffen lever je daarom in bij het klein chemisch afval (KCA)

Slide 19 - Slide

Klein chemisch afval
In het klein chemisch afval zitten giftige stoffen, dit kun je bij sommige winkels in een bak gooien.

Slide 20 - Slide

Klein chemisch afval (KCA)

Voorbeelden:
  • Nagellak
  • Medicijnen
  • Batterijen
  • Lampen
  • Elektronica
  • Verf


Slide 21 - Slide

huiswerk
maak van 3.2
20 t/m 23, 25, 28 t/m 30, 34, 35

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video