Overal 1-2 hv 4.1 snelheid

Beweging  4.1 snelheid
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Beweging  4.1 snelheid

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Snelheid
Als je loopt leg je in één uur ongeveer 5 kilometer af.

Slide 3 - Slide

Snelheid
Als je fietst leg je in één uur ongeveer 15 kilometer af.

Slide 4 - Slide

Snelheid
Een vliegtuig legt in één uur ongeveer 1000 kilometer af.

Slide 5 - Slide

Snelheid
Ruimteschepen leggen elke seconde een paar kilometer af.


Slide 6 - Slide

gemiddelde snelheid
Als je op een scooter rijdt dan rij je niet altijd met dezelfde snelheid

Slide 7 - Slide

gemiddelde snelheid
De gemiddelde snelheid bereken je door de afgelegde afstand te delen door de tijd die hiervoor nodig is.

De gemiddelde snelheid wordt uitgedrukt in:
-kilometer per uur (km/h).
-meter per seconde (m/s).

Slide 8 - Slide

gemiddelde snelheid
Peter loopt in 2 uur 8 kilometer.
In één uur loopt hij dus 8 / 2 = 4 kilometer.
Zijn snelheid is dus 4 km/h.

Slide 9 - Slide

gemiddelde snelheid
Een auto heeft een gemiddelde snelheid van 50 km/h.

In een uur rijdt deze auto dus 50 km.
En in een half uur 50/2 = 25 km


Slide 10 - Slide

verhoudingstabel
Een schaatster rijdt een ronde van
400 m in een tijd van 32 seconde. 
Bereken de gemiddelde snelheid in m/s. 


Gegeven: afstand = 400 m
                  tijd = 32s
Gevraagd: gemiddelde snelheid?
Berekening:



Antwoord: de gemiddelde snelheid is 12,5 m/s.

: 32
: 32

Slide 11 - Slide

Welke grootheden moet je weten om de gemiddelde snelheid te kunnen berekenen
A
meter en tijd
B
kilometer en uur
C
afstand en tijd
D
meter en seconde

Slide 12 - Quiz

Welke eenheden moet je weten om de gemiddelde snelheid te kunnen berekenen
A
meter en uur
B
kilometer en uur
C
kilometer en seconde
D
afstand en tijd

Slide 13 - Quiz

Een auto rijdt in 3,5 uur van Groningen naar Maastricht.
De afgelegde afstand is 321 km.
Bereken de gemiddelde snelheid.
A
1123 km/h
B
112.3 km/h
C
91 km/h
D
96 km/h

Slide 14 - Quiz

Mo rijd van huis naar school. Deze rit is 4,5 km lang en duurt 10 minuten. Bereken de gemiddelde snelheid

A
450 km/h
B
0.45 km/h
C
27 km/h
D
45km/h

Slide 15 - Quiz

constante snelheid
constante snelheid:
Op elk moment heeft de snelheid dezelfde grootte en richting.

Eenparige beweging:
Een beweging waarbij de snelheid steeds dezelfde grootte en richting heeft.

Slide 16 - Slide

constante snelheid
Video opname van een reiziger op de lopende band

De video maakt 20 beeldjes per seconde.
De tijd tussen 2 beeldjes is dan 1/20 s = 0,05s

Onder het beeld staat de afstand in meter.


Slide 17 - Slide

constante snelheid
Je kunt hiervan een tabel maken van de afstand tegen de tijd.



Slide 18 - Slide

constante snelheid
Teken nu het  (s,t) diagram.
 
 Afstand(s) tegen de tijd (t)

Slide 19 - Slide

juist of onjuist
Bij een constante snelheid heeft de snelheid op elk moment dezelfde grootte en richting.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Juist of onjuist.
De gemiddelde snelheid bereken je door de tijd te delen door de afgelegde afstand.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz



Bepaal de snelheid van de wandelaar in meter per seconde.
A
0.74 m/s
B
1,0 m/s
C
1.35 m/s
D
1.5 m/s

Slide 22 - Quiz