*Werkwoordspelling H5, les 1

Werkwoordspelling H5, les 1
Aan de slag!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling H5, les 1
Aan de slag!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je leert de correcte werkwoordspelling van de bijvoeglijke naamwoorden. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit onderstaande zin.

Die arme Jan is met een gebroken been naar de dokterspost in een naburig dorp gebracht.

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Welke van de bijvoeglijke naamwoorden zijn van een werkwoord gemaakt?

arme - gebroken - naburig

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit onderstaande zin.

Het winkelend publiek genoot van de uitgestalde artikelen in de mooie, verlichte etalages.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Welke van de bijvoeglijke naamwoorden zijn van een werkwoord gemaakt?

winkelend - uitgestalde - mooie - verlichte

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het voltooid deelwoord is een bijvoeglijk naamwoord als het iets over een zelfstandig naamwoord zegt. 
Als het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt krijgt het dan soms een 
extra -e. Je schrijft het zo kort mogelijk!
De brieven zijn beantwoord.> De beantwoorde brieven.
De vorm van een voltooid deelwoord dat op -en eindigt (een sterk werkwoord) verandert niet als het een bijvoeglijk naamwoord wordt.
Het brood is gebakken.> Het gebakken brood.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het onvoltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het onvoltooid deelwoord is een bijvoeglijk naamwoord als het iets over een zelfstandig naamwoord zegt. Het krijgt dan soms een extra -e.

Een huilend meisje. De huilende jongen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis opfrissen 
Je hebt geleerd over: 
persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
voltooid deelwoord (vd)
onvoltooid deelwoord (od)
In de volgende dia's oefen je hier mee. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De pvtt en pvvt

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden houden zich dus niet aan regels, zoals de zwakke. Je moet dus leren/weten wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord is. Het voordeel is wel dat je ze schrijft, zoals je ze hoort (zo kort en eenvoudig mogelijk) en dat je door het woord langer te maken, weet of je een -d of -t aan het eind moet schrijven!
Persoonsvorm?
pvtt:
- stam
- stam+t
- hele ww
pvvt:
- stam+
de/te
-stam +
den/ten

't ex-kofschip
volt.dw
-langer maken
-d/t

't ex-
kofschip
onv. dw

- hele ww. + d
inf.

- hele
ww.
geb.
wijs

- stam
JA
NEE
bijvoeglijk naamw.
zo kort mogelijk

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

PVTT
...(Aanvaarden) je deze baan?
A
Aanvaard
B
Aanvaardt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

pvtt
De speeltuincommissie ... (beraden) zich op een nieuw klimtoestel.
A
beraad
B
beraadt

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


pvvt
Mijn ouders ... (zuchten) toen ze het hoorden.
A
zuchte
B
zuchtte
C
zuchten
D
zuchtten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

pvvt
Gisteren ... (bereiden) mijn broer een heerlijke maaltijd.
A
bereide
B
bereidde
C
bereiden
D
bereidden

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

vd/od

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ik vind het jammer dat je hebt besloten dat wij de gebakken taart zelf moeten opeten.

'besloten' is hier:
A
vd
B
od

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Huilend rende het gevallen meisje naar haar moeder.

'Huilend' is hier:
A
vd
B
od
C
bn
D
inf

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 
Maak nu de opdrachten van werkwoordspelling H5 'Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord' op Nieuw Nederlands online. 
Maak de startopdracht en opdracht 1 t/m 3.

Lees de theorie en bekijk het filmpje met uitleg als dat nodig is. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Op de volgende slide staat een test die uit 20 vragen bestaat. Maak deze test en houd bij hoeveel fouten je maakt. Als je de test gemaakt hebt, kom je naar je docent en vertel je hoeveel fouten je hebt gemaakt. Je ontvangt daarna een verwerkingsopdracht waar je mee aan de slag gaat. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

https://www.meesterklaas.nl/quiz/d-of-t
Ik kan de bijvoeglijke naamwoorden van de werkwoordspelling goed spellen.
ja
meestal wel
soms wel, soms niet
meestal niet
nee

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

Ik begrijp ALLE werkwoordspellingsregels goed
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Deze werkwoordspellingsregel(s) vind ik nog moeilijk

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Stel hier een vraag over de werkwoordspellingsregels als je die hebt.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Klaar?
Als je klaar bent met alle opdrachten kun je nog extra oefenen op www.cambiumned.nl 
of 
je gaat lezen in je leesboek 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions