WAVE les 10

WAVE les 10 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Waarneming en verslagleggingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WAVE les 10 

Slide 1 - Slide

Wave les 10 inhoud - Begrijpelijk Nederlands 
Planning: 

- Huiswerk nakijken
-  Quizvragen (herhaling) opbouw verslag (aanvang / gebeurtenissen / specificaties)
- Begrijpelijk Nederlands 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Verslag in begrijpend Nederlands kunnen uitwerken 

Slide 3 - Slide

Huiswerk 
"De handhavingsmedewerker, die al geruime tijd toezicht hield op het betreffende parkeerterrein in verband met herhaalde klachten van omwonenden over voertuigen die daar gedurende de nachtelijke uren op een hinderlijke wijze geparkeerd stonden, observeerde op donderdagavond omstreeks 23:15 uur een donkerblauwe personenauto van een onbekend merk en type die op een plek stond waar dit expliciet verboden was middels duidelijke bebording die aan het begin van het terrein was geplaatst en tevens op diverse andere strategische locaties herhaald werd."


  • Welke woorden en zinsdelen hebben jullie weggelaten? Waarom?
  • Welke informatie is essentieel om te behouden?
  • Wat maakt de beknopte versies duidelijker en effectiever?
  • In welke situaties (bijvoorbeeld in een snel te lezen rapport) is beknoptheid extra belangrijk?

Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken:

Slide 5 - Open question

Verslaglegging kost te veel tijd.
Inderdaad, moet efficiënter
Ja, maar het is nodig
Nee, het is goed geregeld
Helemaal niet, tijd goed besteed

Slide 6 - Poll

Transparantie in verslaglegging is cruciaal.
Zeker weten
Ja, tot op zekere hoogte
Nee, privacy is belangrijker
Helemaal niet belangrijk

Slide 7 - Poll

In begrijpend Nederlands
Kernvoorwaarden voor een goed verslag:

  • Begrijpelijk Nederlands
  • Leesbaarheid voor anderen
  • Juiste zinsopbouw 

Adviezen voor het  verbeteren van je verslag:

  • Korte zinnen

Slide 8 - Slide

Juist/onjuist
Stelling: In een verslag is het belangrijk om zoveel mogelijk details op te nemen, zodat de situatie compleet is.
Juist
Onjuist

Slide 9 - Poll

Waarom is beknoptheid belangrijk in een verslag?
A
Omdat je dan meer indruk maakt
B
Omdat het verslag dan sneller en duidelijker te lezen is
C
Omdat je dan meer kunt opschrijven
D
Omdat het professioneel klinkt

Slide 10 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat ‘beknopt’ betekent.

Slide 11 - Open question

Welke zin is het meest geschikt voor in een verslag?
"De man liep langzaam door het park, keek naar de bomen, hoorde vogels en genoot van de frisse lucht."
"De man liep door het park."

Slide 12 - Poll

Zoek de fouten!!!
Wij gaan in groepjes van 2 werken. Jullie ontvangen van mij een verslag met fouten. Vind alle fouten in het verslag.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoeveel fouten hebben jullie gevonden?
0
1
4
8
10
12
14
16

Slide 15 - Poll

Welke werkwoordstijd gebruik je over het algemeen in een waarneming?
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Voltooid tegenwoordige tijd
C
Onvoltooid verleden tijd
D
Voltooid verleden tijd

Slide 16 - Quiz

In welke van de volgende zinnen wordt de onvoltooid verleden tijd correct gebruikt om een waarneming te beschrijven?
A
De hond blaft luid toen de postbode aan de deur komt.
B
De hond blafte luid toen de postbode aan de deur komt.
C
De hond blafte luid toen de postbode aan de deur kwam.
D
De hond blaft luid toen de postbode aan de deur kwam.

Slide 17 - Quiz

Een goed verslag bevat alleen de __________ feiten en is geschreven in __________ Nederlands.

Slide 18 - Open question

Zijn er nog vragen?

Slide 19 - Slide