Klei (L)

Werken met klei
  • Instructie over de klei
  • Korte quiz over klei 
  • Verder met klei opdracht
  • Opruimen 
  • Einde                                               


  Doel van de les: Ik weet de in's en outs van het werken met klei,     hoe ik dit kan toepassen om een eigen tegeltje van klei te maken.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werken met klei
  • Instructie over de klei
  • Korte quiz over klei 
  • Verder met klei opdracht
  • Opruimen 
  • Einde                                               


  Doel van de les: Ik weet de in's en outs van het werken met klei,     hoe ik dit kan toepassen om een eigen tegeltje van klei te maken.

Slide 1 - Slide

Let op bij werken met klei: 
1. Probeer eerst de grondvorm van jouw ontwerp goed te krijgen.
2. Plak er geen losse elementen aan vast, haal ze uit de grondvorm. 
3. Plak je toch iets vast, doe het met een kleipapje, goed laagjes overheen smeren.
4. Begin opnieuw als je niet tevreden bent. Maak de vormen niet te ingewikkeld, versimpel ze. Dat heet stileren.
5. Ben je blij met de vorm? Maak de vorm netjes glad of juist met textuur
6. Kerf je naam onderin je kleiwerkstuk met een mirette.

Slide 2 - Slide

Opruimen: 
--> Af
         - zonder zakje en met je naam onderin gekerfd met een mirette op het houten bord. 
--> Niet af? 
        - Maak je kleiwerkstuk vochtig en doe het in een plastic zakje!
        - Tapeje er om doen met je naam er op.
        - Op het houten bord leggen.

Iedereen: 
-Ruim je eigen rotzooi op, neem je tafel af.
-Spoel de placemat af en leg het terug..
- Ruim alle kleigereedschap op.



Slide 3 - Slide

Na 2 á 3 weken is je kleiwerkstuk droog. Dan gaat het de oven in en wordt het voor het eerst gebakken. Dat heet biscuit bakken.

Een ongebakken werkstuk kan je nog oplossen in water, hoe droog het ook is. De klei in een biscuit gebakken werkstuk daarentegen is daarvoor te hard geworden. 

Het heeft tijdens het bakken een chemische transformatie ondergaan: het is keramiek geworden.

Een biscuit gebakken werkstuk is dus permanent, maar het is in de meeste gevallen nog niet waterdicht.

Slide 4 - Slide

Op welke temperatuur worden beeldjes van klei gebakken in de oven?
A
100 graden
B
180 graden
C
600 tot 1100 graden
D
1600 graden

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide


Een ander woord voor stileren is...
A
abstraheren
B
versimpelen
C
kleien
D
boetseren

Slide 7 - Quiz

Stileren betekent: een vorm zo versimpelen dat je alleen de kern nog overhoudt en nog wel herkenbaar blijft voor de kijker wat het is. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


Wat betekent textuur?
A
Hoe iets is opgebouwd
B
Een tekst toegevoegd aan een oppervlak
C
Hoe het oppervlak er uit ziet/aanvoelt
D
Als klei wordt afgebakken

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Hoe heet dit voorwerp ?
A
Mirette
B
Majorettestok
C
Major Lazor
D
Chamotte

Slide 12 - Quiz

Waarom moet je onderdelen aan elkaar plakken met een kleipapje?
A
Dat hoeft helemaal niet, onzin.
B
Dat staat mooier. Je krijgt anders lelijke naden in het beeld.
C
Om het te kunnen laten bewegen
D
anders laten de onderdelen weer los tijdens het drogen of bakken

Slide 13 - Quiz

Hoelang moet klei drogen voordat het gebakken kan worden?
A
Ongeveer een jaar
B
Iets minder dan 6 maand
C
2 of 3 weken
D
Het kan gelijk de oven in.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Stappen                    UITVOERING
  1.  Ga door met kleien, begin met de GRONDVORM van je object. (rond, vierkant, driehoek)
  2.  Als je die goed hebt probeer je de vorm verder te verfijnen en werk steeds verder naar de details toe. 
  3. Is de vorm zoals je wilt? Voeg TEXTUUR toe en zorg dat je op gladde plekken alle oneffenheden er uit haalt (deukjes, barstjes etc).
  Tijd: max 2 lesuren 
Textuur

Slide 16 - Slide

Stappen                    AFWERKING
  1.  Ben je helemaal klaar met je ontwerp? De vorm klopt, hij is netjes afgewerkt, er is textuur toegevoegd en de gladde stukken zijn weer helemaal glad gemaakt? 

  1. Je zorgt dat de klei op alle delen van je werkstuk ongeveer dezelfde dikte heeft. 

  2. Kerf je naam onderop het werkstuk ( bijv. met een MIRETTE ) en leg het op het daarvoor bedoelde houten bord. 
  Tijd: max 1 les

Slide 17 - Slide

Wat is chamotteklei?
A
Dat is klei die niet afgebakken hoeft te worden
B
Dat is stevige klei met kleine stukjes afgebakken klei erdoorheen.
C
Dat is hele zachte klei
D
Dat zijn de uitwerpselen van een mol

Slide 18 - Quiz

Welke tips en trucs zijn er voor het werken met klei?

Slide 19 - Open question

Upload hier een foto van je werkstuk als hij af is.

Slide 20 - Open question

Opdracht kiezen!

1. Gezichtpotje


2. Bijpassend setje 


3. De supergeheime
schatbewaarder
Maak een potje met gezicht daarop waarin je een kleine plant kan kweken. 
Maak twee bijpassende objecten in een bepaald thema. Het object moet functioneel zijn.
Maak een object waarin je een geheim vakje maakt voor een kleine schat

Slide 21 - Slide

Opdracht kiezen!

1. Bolbeest


2. Bijpassend setje 


3. De supergeheime
schatbewaarder
Maak een gestileerd bol beest en vergroot zijn bolle vorm uit. 
Maak twee bijpassende objecten in een bepaald thema. Het object moet functioneel zijn.
Maak een object waarin je een geheim vakje maakt voor een kleine schat

Slide 22 - Slide