H3 Klimaten

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

groepje:

1: Tropisch regenwoud klimaat
2: Savanneklimaat
3: Woestijn klimaat
4: Steppe klimaat
5: Zee klimaat
6: Land klimaat
7: Pool klimaat
8: Toendra klimaat

Hoofdstuk 3 Klimaten

§ 3.1: Klimaten wereldwijd

Wat weet jij eigenlijk
van het klimaat?

Weer:

Klimaat:

Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en plaats.

Het gemiddelde weer, gemeten over een periode van 30 jaar. 

H3 Klimaat

Lesdoelen van deze paragraaf: 

1. Je weet welke klimaten op aarde voorkomen.

2. Je begrijpt welke invloed breedteligging heeft op klimaten.

3. Je kunt uitleggen waarom de begroeiing verschillend is bij elk klimaat .

Taaldoelen: 

Lezen, begrijpend lezen, leren samenvatten, geografische begrippen en uitbreiding woordenschat.

Begrippen uit deze les:

1. Weer
2. Klimaat
3. Breedteligging
4. Tropisch regenwoudklimaat
5. Savanneklimaat
6. Steppeklimaat
7. Woestijnklimaat
8. Landklimaat
9. Zeeklimaat
10. Hoge en lage breedte
11. Toendraklimaat
12. Poolklimaat

Lesprogramma deze les:

• Lesdoelen van § 3.1 &  begrippen
• Uitleg intro van § 3.1 en aan de slag
• Nakijken
• Filmpje en opdracht
• Bespreken
• Afsluiting

Extreem weer

Samen lezen introductieverhaal: Extreem weer

Maak opdracht: 1 t/m 4 van de introductie in je werkboek op blz. 64 en 65.

Lesprogramma deze les:

• Lesdoelen van § 3.1 &  begrippen
• Uitleg intro van § 3.1 en aan de   slag
• Nakijken
• Filmpje en opdracht
• Bespreken
• Afsluiting

Lesprogramma deze les:

• Lesdoelen van § 3.1 &  begrippen
• Uitleg intro van § 3.1 en aan de   slag
• Nakijken
• Filmpje en opdracht
• Bespreken
• Afsluiting

Tropisch regenwoudklimaat 

• Altijd gelijk of boven de 18 ºc gem
• (Bijna) dagelijks regen 
• Veel verdamping (benauwd) 
• Geen seizoenen 
• Biodiversiteit is groot 
• Komt voor rondom de evenaar

Savanneklimaat 

• Altijd gelijk of boven de 18 ºc gem.
• Droge en natte tijd
• Genoeg neerslag voor bomen   maar te weinig voor bossen.

Steppeklimaat 

• Vaak hoge temperaturen 
• Weinig neerslag (tussen   200 en 300 mm per jaar).
• Geen bomen 
• Grassen en struiken 
   Mensen leven vaak als   nomaden 
  

Woestijnklimaat 

• Vaak overdag erg heet. 
• Extreem weinig neerslag ( minder    dan 200 mm per jaar).
• Landschap bestaat uit rots en   zand. 
• Geen tot nauwelijks begroeiing. 

Gematigd zeeklimaat 

• In de winter gelijk of meer dan -3      ºc gemiddeld.
• Gelijkmatige neerslag over het   jaar.
• Verschil tussen winter en zomertemperatuur niet groot. Ligt  dicht bij zeeën of oceanen. 
• Vier seizoenen

Landklimaat 

• In de winter minder dan -3 ºc gem, maar in de zomer   hoge temperaturen.
• Groot verschil tussen   zomer en   wintertemperatuur  
• Kort groeiseizoen 

Toendraklimaat (ET)

• Zomertemperatuur tussen 0 en 10ºc
• Wintertemperatuur < 0º c
• Permafrost 
• In de zomer drassig 
• Groeien geen bomen 

Poolklimaat (EF) &
hooggebergteklimaat (EH)

• Altijd onder de 0ºc
• Geen vegetatie 
• Veel regen door stuwingsregen bij een  hooggebergteklimaat.

Boven de 1500 meter = 

hooggebergteklimaat