Blok 3 - oefentoets

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

oefentoets taal

Wat is het synoniem van kalmeren?

Toen ik bang was, wilde mijn vriend me kalmeren.

1. garanderen
2. ondersteunen
3. geruststellen
4. bijleggen

Wat is het synoniem van zijn bedoeld?

Die lampjes zijn bedoeld als bedlampjes.

1. dienen als
2. ondersteunen
3. verrichten
4. bijleggen

Wat is een ander woord voor de band tussen mensen.

1. de vergadering
2. de relatie
3. de leiding
4. de ontmoeting

de werkgever

een persoon of een bedrijf waarvoor één of meerdere mensen werken

De supermarkt Albert Heijn geeft werk aan mensen en is dan de werkgever

werkgever

de werknemer

een persoon die voor iemand anders werkt en hier geld voor krijgt

Iedereen die voor de werkgever werkt is een werknemer. Zij nemen het werk aan dat de werkgever geeft.

werkgever

Is deze zin waar?

Rik is een betaalde kracht en hij is een vrijwilliger

1. waar
2. niet waar

Wat is het tegenovergestelde van

een betaalde kracht (werknemer)

1. de leiding
2. de vergadering
3. de relatie
4. de vrijwilliger

Wat is het tegenovergestelde van

zenuwachtig maken

1. meeleven
2. verbinden
3. stichten
4. geruststellen

Sleep het voegwoord naar de juiste plek!

en

of

maar

want

dus

Vul het juiste voegwoord in!

1. en
2. of
3. maar
4. want

Vul het juiste voegwoord in!

1. en
2. of
3. maar
4. want

Vul het juiste voegwoord in!

1. en
2. of
3. maar
4. want

Vul het juiste voegwoord in!

1. en
2. of
3. maar
4. want

voorbeelden

De juf legt uit. Ik maak een aantekening.
De juf legt uit, terwijl ik een aantekening maakt.

terwijl zeg je als twee dingen gelijkertijd gebeuren

Ik ga niet naar buiten. Het regent heel erg.
Ik ga niet naar buiten, omdat het erg regent.

omdat zeg je als je ergens een reden van wilt geven

Maak de zin af.

Ik ga naar de winkel. De melk is op.
Ik ga naar de winkel, omdat ....

Maak de zin af.

Joost kijkt naar de televisie. Hij speelt met lego.
Joost kijkt naar de televisie, terwijl ....

Juliette belt Lizz, ..... ze in haar agenda bladert.

1. omdat
2. terwijl

Marley belt Loran, ..... ze wil weten hoe laat ze naar judo moet.

1. omdat
2. terwijl

Tevvy weet dat niet, ..... ze vorige week ziek was.

1. omdat
2. terwijl

Elin praat met haar, ..... ze de hond uitlaat.

1. omdat
2. terwijl

Kerem loopt snel door, ..... het begint te regenen.

1. omdat
2. terwijl

Fenne zegt Gaby-Ann gedag, ..... ze de deur open doet.

1. omdat
2. terwijl

Wat geeft het voegwoord aan?

Wil je koffie of thee?

1. een tegenstelling
2. een reden
3. een gevolg

Wat geeft het voegwoord aan?

Ik heb nu geen tijd, maar straks wel.

1. een tegenstelling
2. een reden
3. een gevolg

aan het werk

Taalblobs