3.8 Ongewervelde dieren

Vak: Biologie-verzorging
Hoofdstuk: 3 ordenen
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Biologie-verzorging
Hoofdstuk: 3 ordenen
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van biologie, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  

Dus: Niet alleen aangeven goed of fout. 
Verbeter je fouten waar nodig!  Leer er van!

Slide 3 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je kenmerken en voorbeelden noemen van neteldieren, ringwormen, weekdieren, stekelhuidige en geleedpotige dieren.

Slide 4 - Slide

4. Instructie
Kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 5 - Slide

3.7 Gewervelde dieren
Op basis van deze 4 kenmerken kunnen de gewervelde dieren in 5 groepen worden ingedeeld:
- vissen
- amfibieën
- reptielen
- vogels
- zoogdieren

Slide 6 - Slide

3.8 Ongewervelde dieren
De ongewervelde dieren kan je indelen in een aantal groepen:
- neteldieren
- ringwormen
- weekdieren
- stekelhuidige dieren
- geleedpotige dieren

Slide 7 - Slide

gewervelde dieren en niet gewervelde dieren

Slide 8 - Slide

Ongewervelden = hebben geen wervelkolom 

Slide 9 - Slide

groep 1 Neteldieren
Voorbeelden: kwal, zee-anemoon
Kenmerken: geen skelet,
- vangarmen met netels om hun prooi te vangen
- de netels kunnen je prikken en er komt dan gif in je lichaam

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

groep 2 Ringwormen
Voorbeelden: regenworm, bloedzuiger
Kenmerken: lang en dun lichaam, geen skelet

Slide 12 - Slide

groep 3 Weekdieren
Voorbeelden: mossel, slak
Kenmerken: zacht lichaam, 
uitwendig skelet (schelp, huisje), 
houden van vochtige plaatsen 
op het land en in het water


Slide 13 - Slide

groep 4 Stekelhuidige dieren
Voorbeelden: zeester, zee-egel
Kenmerken: hebben stekels of knobbels op hun huid, inwendig skelet, leven in zee

Slide 14 - Slide

groep 5 Geleedpotige dieren
Voorbeelden: insecten, garnalen, spinnen
kenmerken: de poten bestaan uit kleine stukjes (leden),  uitwendig skelet: pantser

Slide 15 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 3.8 opdr. 43 t/m 48, op blz. 182 t/m 185.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 16 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt : 
Lees en maak les 3.8 opdr. 43 t/m 48, op blz. 182 t/m 185.

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 
timer
30:00

Slide 17 - Slide

7. Evaluatie
Zijn er vragen over de inhoud van de les?
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Huiswerk: 
donderdag 23 december 2021 --> les 3.8 opdr. 43 t/m 48.


Slide 18 - Slide

Noem de 3 van de 5 groepen ongewervelde dieren

Slide 19 - Open question

Wie vangt de prooi met vangarmen
A
Weekdieren
B
Ringwormen
C
Neteldieren
D
Geleedpotige dieren

Slide 20 - Quiz

Welke ongewervelde dieren hebben een uitwendig skelet?
A
geleedpotige- en weekdieren
B
ringwormen en weekdieren
C
netel- en geleedpotige dieren
D
ringwormen en neteldieren

Slide 21 - Quiz

Afsluiting
- Ruim je boek van BI-VZ op.
- Volgende theorie-uur: Nederlands

Slide 22 - Slide