This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Gerechten bereiden Les 1
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Na deze les kan je:
een recept lezen.
een werkplanning op basis van een recept maken.
voedingsmiddelen herkennen en benoemen.
Slide 2 - Slide
Bij welke beroepen is het van belang dat je een recept kan lezen?
Slide 3 - Mind map
Noem drie verschillende voedingsmiddelen.
Slide 4 - Mind map
Recept lezen
Een recept is een verzameling van instructies die jou verteld hoe iets klaar gemaakt moet worden. Het bestaat altijd uit:
Het aantal personen
De ingrediënten
De bereidingswijze
Slide 5 - Slide
Het aantal personen
Het kan zijn dat een recept geschikt is voor 4 personen, maar jij krijgt 8 gasten te eten. Dan moet je het recept omrekenen. Dit doe je in dit geval door te vermenigvuldigen met 2.
Gebruik je hetzelfde recept en je kookt voor 2 personen dan deel je het recept in dit geval door 2.
Slide 6 - Slide
Voor hoeveel personen is dit recept ?
A
1
B
2
C
4
D
8
Slide 7 - Quiz
Hoeveel gram spaghetti heb ik nodig voor 8 personen?
A
150
B
300
C
400
D
600
Slide 8 - Quiz
Hoeveel eieren heb ik nodig voor 2 personen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quiz
Werkplanning
Het maken van een planning is belangrijk voor een goede voorbereiding van je werkzaamheden.
Dit wordt ook wel "mise en place" genoemd.
Je zet alles klaar wat je nodig hebt voor het bereiden van je gerecht.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Voorbereiding
Was je handen
Lees het recept en de bereidingswijze goed door
Zet de benodigde keukenapparatuur klaar
Pak de juiste keukengereedschappen
Zet de benodigde ingrediënten klaar
Weeg de ingrediënten af
Volg het recept
Slide 12 - Slide
Voorbeelden keukenapparatuur
Slide 13 - Slide
Voorbeelden van keukengerei
Slide 14 - Slide
Wat zie je op de afbeelding en waar gebruik je het voor?
Slide 15 - Open question
Wat zie je op de afbeelding en waar gebruik je het voor?
Slide 16 - Open question
Voedingsmiddelen
Onder voedingsmiddelen verstaan we alles wat we eten of drinken. Denk bijvoorbeeld aan: