6.3 Mentale weerbaarheid

• LOB
• MBO
• Studiejaar 2

6.3 Mentale weerbaarheid

Leerdoelen 

• Uitleggen wat mentale weerbaarheid is.
  
• Minimaal drie factoren noemen die mentale weerbaarheid beïnvloeden.
  
• Oefenen met een eenvoudige mentale weerbaarheidstechniek.
  
• Reflecteren op eigen mentale kracht en valkuilen tijdens stage of lastige situaties.
  

Wat is mentale weerbaarheid?

Mentale weerbaarheid 

Mentale weerbaarheid = Bescherming van je energie en grenzen stellen. 

“Wat doe jij als je een vervelende situatie hebt meegemaakt op je werk of stage?”

Kernpunten 

• Zelfvertrouwen
• Emoties reguleren
• Grenzen aangeven
• Focus houden 

Niet alles kunnen is geen zwakte -- Grenzen kennen is kracht 

• Mentale weerbaarheid = je geestelijk sterk voelen in moeilijke situaties
• Niet iedereen blijft altijd rustig of kalm – maar je kunt het trainen

Belangrijk voor boa’s: omgaan met agressie, kritiek, druk van burgers of collega’s

Omgaan met druk en stess

De kunst om kalm te blijven en je emoties te beheersen tijden stressvolle situaties, zoals een hoge werkdruk of een conflict 

Herstelvermogen (veerkracht) 

De capaciteit om snel te herstellen van tegenslagen, uitdagingen te zien als leermomenten en flexibel om te gaan met veranderingen. 

Positieve mindset

Het vermogen om negatieve gedachten om te buigen en een positieve en gemotiveerde houding te behouden

Zelfvertrouwen en zelfredzaamheid

Goed voor jezelf kunnen opkomen, weten wat je wilt, en het vertrouwen hebben dat je je doelen kunt bereiken. 

Grenzen stellen

Je eigen grenzen herkennen en kunnen aangeven, wat helpt je om uitputting te voorkomen 

Aanpassingvermogen

Flexibel zijn en je kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden, zonder je vast te klampen aan hoe het ''had moeten zijn''

Betekent niet dat je nooit pijn of verdriet ervaart, maar wel dat je over de vaardigheden beschikt om met deze emoties om te gaan en de regie over je leven te behouden. 

Het vermogen om kalm te blijven onder druk

Het vermogen om kalm te blijven onder druk wordt vaak aangeduid als stressbestendigheid of veerkracht. Het houdt in dat je effectief kunt blijven functioneren, zelfs wanneer je te maken hebt met stressvolle situaties, hoge verwachtingen, deadlines of onverwachte gebeurtenissen. Het is de vaardigheid om je emoties en stressniveau onder controle te houden en je focus te behouden. 

Omgaan met teleurstellingen, stress, angst of conflict

Omgaan met teleurstellingen, stress, angst en conflicten vereist zelfzorg en effectieve copingmechanismen. Het is belangrijk om emoties te erkennen, te accepteren en te uiten, en om steun te zoeken bij anderen. Confronteren van conflictsituaties, communiceren met anderen en het stellen van realistische doelen kunnen ook helpen om met deze uitdagingen om te gaan. 

Omgaan met teleurstellingen:

• Accepteer je emoties: Geef jezelf de ruimte om je verdrietig, boos of gefrustreerd te voelen. 
  
• Evalueer de situatie: Kijk wat je ervan kunt leren en hoe je herhaling kunt voorkomen. 
  
• Stel verwachtingen bij: Wees realistisch over de uitkomst van situaties. 
  
• Vergeef jezelf: Wees niet te streng voor jezelf als dingen niet gaan zoals gepland. 
  

Omgaan met stress en angst:

• Beweeg: Regelmatige lichaamsbeweging kan helpen om stress te verminderen. 
  
• Ontspan: Vind manieren om te ontspannen, zoals meditatie of ademhalingsoefeningen. 
  
• Communiceer: Praat met iemand over je gevoelens en angsten. 
  
• Zoek hulp: Schakel professionele hulp in als je merkt dat je er zelf niet uitkomt. 
  

Omgaan met conflicten:

• Blijf kalm: Probeer je emoties onder controle te houden. 
  
• Luister actief: Probeer de ander te begrijpen en zijn/haar perspectief te zien. 
  
• Communiceer duidelijk: Wees eerlijk over je gevoelens en behoeften. 
  
• Zoek naar oplossingen: Werk samen om tot een oplossing te komen die voor beide partijen acceptabel is. 
  

Factoren die mentale weerbaarheid beïnvloeden:

• Zelfvertrouwen
  
• Emotieregulatie
  
• Sociale steun
  
• Positief denken
  
• Gezonde leefstijl (slaap, voeding, beweging)
  

Opdracht (2 a 3 personen) 

casus 

Bespreek wat je zou doen:

1. Wat is jouw eerste gedachte?
   
2. Hoe beïnvloedt die gedachte jouw gedrag?
   
3. Kun je deze gedachte ombuigen naar iets helpends?
   

Je krijgt tijdens een controle een grote mond van iemand. De omstanders lachen. Je voelt spanning opkomen

Jij en je collega surveilleren in het centrum. Een groep jongeren hangt rond bij een ingang van een supermarkt.

Wanneer jij vraagt of ze de doorgang vrij willen houden, begint één jongen je uit te lachen en zegt:

“Wat ga jij doen? Jij bent maar een studentje. Bemoei je met je eigen dingen.”

Na een stagedag krijg je feedback:

Je begeleider zegt:

"Je bent te onzeker in je communicatie. Daardoor neem je niet genoeg leiding.”

Dit voelt persoonlijk en je bent teleurgesteld.

Opdracht 

Maak opdracht 6.5 Mentale weerbaarheid

Lever de opdracht in via Its Learning