Hoofdstuk 6. Je groene omgeving - Paragraaf 6.4 Een kringloop

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

6.4 Een kringloop

 - Je leert waar natuurlijk afval blijft; 

- Je leert welke taak een organisme heeft in de voedselkringloop. 

Natuurlijk afval

• De strooisellaag bestaat uit natuurlijk afval.

• Bodemdieren eten natuurlijk afval.

• Bacteriën en schimmels zetten de poep van bodemdieren en de resten van natuurlijk afval om in mineralen.

Voedselkringloop

1. Producenten

Met behulp van de mineralen maken de planten uit glucose weer andere voedingsstoffen. Planten zijn dus de makers ofwel producenten van voedingsstoffen.

2. Consumenten

Dieren en mensen eten de voedingsstoffen, die de planten maken. Dieren en mensen zijn dus de gebruikers van de voedingsstoffen in de voedselkringloop. Gebruikers noem je daarom ook wel consumenten.

Afvaleters

Bodemdieren eten het afval van de producenten en de consumenten. Bodemdieren zijn dus afvaleters. 

Voedselkringloop

3. Reducenten 

Tot slot breken schimmels en bacteriën de resten af tot mineralen. Schimmels en bacteriën zijn de afbrekers of reducenten van afval. Door het werk van de reducenten komen er weer mineralen in de bodem.

Voedselketen in een kringloop

producenten → afvaleters

producenten → consumenten → afvaleters

Voedselkringloop verbroken door akkers

Door het oogsten van planten zijn er geen dode resten op een akker.

Bacteriën en schimmels kunnen geen mineralen maken: de voedselkringloop is verbroken.

Boeren bemesten hun akkers met dierlijke mest of met kunstmest. Daarin zitten mineralen.

Huiswerk

Hoofdstuk 6. Je groene omgeving

Paragraaf 6.4 Een kringloop

Maken opdracht 1 t/m 12

Wat is de belangrijkste taak van schimmels en bacteriën?

1. Aanmaken van schimmeldraden
2. Verschil tussen humus en strooisellaag
3. Omzetten van humus in mineralen

Planten zijn...

1. Producenten
2. Consumenten
3. Reducenten

Een paddenstoel is een...

1. Producent
2. Consument
3. Reducent

Waarom wordt een voedselkringloop door oogsten onderbroken?

1. De planten kunnen niet meer groeien
2. Er ontstaat geen humus
3. Er worden geen mineralen gevormd

Waarom kunnen veel dieren/planten niet leven in de zee?

1. Door de getijden
2. Door de stroming
3. Door het zout
4. Door andere dieren/planten