Veiligheid in hetkeer: Langzaam snel verkeer

Les 2: Langzaam en snel verkeer
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 2: Langzaam en snel verkeer

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat langzaam en snel verkeer is en hoe je je veilig gedraagt in verschillende verkeerssituaties.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Watet je al over langzaam en snel verkeer?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is langzaam verkeer?
Langzaam verkeer bestaat uit voetgangers, fietsers en andere niet-gemotoriseerde weggebruikers.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is snel verkeer?
Snel verkeer omvat voertuigen zoals auto's, motoren en vrachtwagens die gemotoriseerd zijn.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid voor langzaam verkeer
Als langzaam verkeer moet je altijd goed opletten, gebruikmaken van fietspaden en zebrapaden en je hand uitsteken wanneer je afslaat.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid voor snel verkeer
Snel verkeer moet zich aan de verkeersregels houden, de snelheidslimiet respecteren en altijd voorrang verlenen aan langzaam verkeer.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Risico's in het verkeer
Beschrijf de risico's van onveilig gedrag in het verkeer en benadruk het belang van waakzaamheid en verantwoordelijkheid.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Langzaam verkeer omvat voetgangers en fietsers, terwijl snel verkeer bestaat uit gemotoriseerde voertuigen. Het is belangrijk om veilig te handelen in het verkeer, ongeacht welk type verkeer je bent.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.