BL les 2: tekstsoorten, tekstvormen, publiek

Nederlands

Begrijpend lezen
Les 2: Tekstsoorten, tekstvormen, publiek
HAVO 1
 P2 2021-2022
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Begrijpend lezen
Les 2: Tekstsoorten, tekstvormen, publiek
HAVO 1
 P2 2021-2022

Slide 1 - Slide

Vorige les ...

... heb je de 6 tekstdoelen geleerd.

Wie weet ze nog? 
Steek je vinger op!

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les...

... ken je de 6 tekstsoorten.
... ken je verschillende tekstvormen bij de tekstsoorten.
... ken je de 3 soorten publiek.

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Tekstdoel               Tekstsoort

informeren            informerende tekst
uitleg geven         uiteenzettende tekst
mening vormen  beschouwende tekst
overtuigen            betogende tekst
overhalen              activerende tekst
amuseren              amuserende tekst

Slide 4 - Slide

Tekstsoorten en tekstvormen

Informerende tekst: nieuwsbericht, notulen, werkstuk, encyclopedietekst
Uiteenzettende tekst: schoolboektekst, handleiding, instructie, recept
Beschouwende tekst: column, ingezonden brief, weblog
Betogende tekst: recensie, column, weblog, ingezonden brief
Activerende tekst: reclame, advertentie, sollicitatiebrief
Amuserende tekst: gedicht, verhaal, roman, songtekst

Slide 5 - Slide


Alles in 1 overzicht


Tekstdoelen
Tekstsoorten
Tekstvormen

Slide 6 - Slide

3 soorten publiek
Breed publiek (alle leerlingen van het ATC)
Het publiek weet nog niets/bijna niets over het onderwerp.

Kleiner, gespecialiseerd publiek (brugklasleerlingen van het ATC)
Het publiek weet al iets over het onderwerp.

Een persoon, een kleine groep personen (de mentoren van H1A van het ATC) Het publiek weet al wat meer/veel over het onderwerp.

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Log in bij LU
Ga naar: BL les 2

Maak:
  • de vragen op slide 10 t/m 15 bij tekst 6 t/m 10 (lesboek, blz. 35 en 36)
  • de tot slot-vraag op slide 16

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Bij iedere tekst wordt het tekstdoel gegeven en worden 3 vragen gesteld: 
1.  Welke tekstsoort hoort daarbij? 
2. Tot welke tekstvorm behoort deze tekst? 
3. Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Om de vragen over de tekstvorm en het publiek te kunnen beantwoorden,  maak je gebruik van de theorie op slide 4 t/m 7 en kijk je goed naar de bron onder de tekst!

Slide 9 - Slide

Tekst 6: Plassen deed je boven in Pompeji (blz. 35)
Tekstdoel: informeren.
1. Welke tekstsoort hoort daarbij? 2. Tot welke tekstvorm behoort deze tekst? 3. Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 10 - Open question

Tekst 7: Gemiddelde temperaturen (blz. 35)
Tekstdoel: uitleggen
1. Welke tekstsoort hoort daarbij? 2. Tot welke tekstvorm behoort deze tekst? 3. Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 11 - Open question

Tekst 8: Chillen in Gameworld (blz. 35)
Tekstdoel: overhalen
1. Welke tekstsoort hoort daarbij? 2. Tot welke tekstvorm behoort deze tekst? 3. Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 12 - Open question

Tekst 9: Geen sportdrank na het sporten (blz. 36)
Tekstdoel: overtuigen
1. Welke tekstsoort hoort daarbij? 2. Tot welke tekstvorm behoort deze tekst? 3. Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 13 - Open question

Tekst 10: Gestolen brug (blz. 36)
Tekstdoel: informeren.
1. Welke tekstsoort hoort daarbij? 2. Tot welke tekstvorm behoort deze tekst? 3. Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 14 - Open question

Tekst 11: Mangobruis (blz. 36)
Tekstdoel: uiteenzetten
1. Welke tekstsoort hoort daarbij? 2. Tot welke tekstvorm behoort deze tekst? 3. Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?

Slide 15 - Open question

Tot slot:
Welke 3 vragen over de stof uit deze les kun je bedenken?
(Je mag het antwoord op de vragen weten.)

Slide 16 - Open question