Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1,2

Periode 4 Les 1  Wohen

Prüfungen P4

Periode 4 Nu week 20

Week 25 Leestoets weging 1x

Week 27   Proefwerkweek vier

Week 30 zomervakantie

Was machen wir heute?

1. Huiswerk in agenda zetten en plannen

2. Wanneer welke proefwerken?

3. Lesen

4. Wörter

5. Neue Grammatik

6. Hausaufgaben

 

 

Pak je EF agenda

Hausaufgaben les 1

(Af)maken de opdrachten van les 1:

1.1 , 1.2,  1.3, 1.4, 1.5

Leren Wörterliste A  Du - Ne & Ne - Du 

Alleen de der woorden (blauwe woorden)

 

 

1.1 Lezen

We gaan starten elke les met lezen.

Deze periode hebben jullie een leestoets. 

Seite 1 Text- und Arbeitsbuch

1.1 Lezen

Lees nu vraag 1 en de antwoorden.

Het is een korte tekst, dan zijn de vragen en antwoorden in het Nederlands. 

We lezen nu samen alinea 1

1.1 Lezen

Lees nu vraag 2 en de antwoorden.

 

We lezen samen alinea 2. Lees mee en onderstreep de zin waar het antwoord in staat. 

1.2 Wörter

Kijk goed naar het plaatje, bij de nummers horen benamingen en kamers, bijvoorbeeld 2 is een studeerkamer met een bureau en een raam (schrijf de Duitse vertaling op). Onder het plaatje geef je bij de nummers de naam van de kamer en benoem een aantal dingen die in de kamer staan in het Duits

     

Gebruik hiervoor je Wörterliste A in je Grammatikbuch op Seite 3 und 4

Het werkwoord haben

Haben is een onregelmatig werkwoord,

dit moet je uit je hoofd leren.

ich             habe

du              hast

er/sie/es hat

wir              haben

ihr               habt

sie/Sie      haben

Het werkwoord sein

Hetzelfde geldt voor het werkwoord 'sein'.

Ook dit is een onregelmatig werkwoord, deze moet je ook uit je hoofd leren. Je ziet bij het werkwoord zijn dat het hele werkwoord 'sein' nergens meer terug te vinden is

ich                   bin

du                    bist

er/sie/es       ist

wir                   sind

ihr                    seid

sie/Sie           sind

An die Arbeit

Kijk even mee naar de opdrachten 

Seite 3 T&AB

Seite 6 GB

Vul eerst de tabel in. Daarna maak je opdracht 1, 2 en 3. 

1 = haben

2= sein

3= haben of sein

Snap je het niet? 

Vraag het dan!!

Ik loop rond voor vragen of extra uitleg!

1.4 Hören und Sehen

Kijk en luister mee naar een filmpje over vapen

https://kinder.wdr.de/tv/neuneinhalb/av/video-harmlose-vapes--warum-e-zigaretten-schaedlich-sind-100.html

Beantwoord tijdens het kijken de vragen in je  T&AB op Seite 5 

1.5 Aussprache

Seite 7 A&TB         Seite 6 GB

Luister mee naar de uitleg, lees mee. 

Daarna gaan jullie met zijn 2en aan de slag met Redemittel A in je GB Seite 6. 

leerling 1 leest de vraag (in het Duits) 

leerling 2 geeft antwoord (in het Duits)

Wissel als je klaar bent van rol

Daarna stelt leerling 1 de vraag 

leerling 2 antwoord, je mag nu niet meer meelezen. Wissel als je klaar bent weer van rol