Leerjaar 2 - les 6
1 / 14
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
De schrijver wil je iets leren
De schrijver wil je je eigen mening laten vormen.
De schrijver wil jou overtuigen van zijn mening
In deze tekst staan enkel feiten.
De hoofdgedachte is een standpunt.
De laatste alinea is een samenvatting en conclusie.
De hoofdgedachte is een vraag.
De hoofdgedachte zijn twee delen in één zin.
De tekst heeft altijd een structuur van standpunten en argumenten.
Het doel van de schrijver is informeren (deze kan je in twee vakjes plaatsen).
Slide 2 - Drag question
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Geef de definitie van 'drogreden'.
Slide 5 - Open question
Welk type drogreden? "Wat weet jij nou van voetbal, je kan nog geen deuk in een pakje boter trappen!"
A
Onterecht beroep op autoriteit
B
Bespelen van publiek
C
Persoonlijke aanval
D
Vertekenen van het standpunt
Slide 6 - Quiz
Welk type drogreden? "Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief!"
A
Cirkelredenering
B
Overhaaste generalisatie
C
Verkeerde vergelijking
D
Onjuiste oorzaak-gevolg
Slide 7 - Quiz
Welke type drogreden? "De jury maakte bij de turnwedstrijd geen fout. Dat vond premier Rutte ook!"
A
Onterecht beroep op autoriteit
B
Bespelen van publiek
C
Verkeerde vergelijking
D
Ontduikenvan bewijslast
Slide 8 - Quiz
Welk type drogreden? "Wie zwijgt, stemt toe."
A
Overhaaste generalisatie
B
Vertekenen van het standpunt
C
Verkeerde vergelijking
D
Ontduiken van de bewijslast
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Er wordt een verband verondersteld, maar het is niet zeker dat het verband klopt.
reactie 1
reactie 2
reactie 3
reactie 4
Slide 11 - Poll
Er wordt een algemene uitspraak gedaan die gebaseerd is op te weinig gegevens.
reactie 1
reactie 2
reactie 3
reactie 4
Slide 12 - Poll
Het is geen argumentatie, maar een herhaling van het standpunt.
reactie 1
reactie 2
reactie 3
reactie 4
Slide 13 - Poll
Er wordt een beroep gedaan op de kennis van iemand die autoriteit is op een ander gebied.
reactie 1
reactie 2
reactie 3
reactie 4
