3.2 De val van het Romeinse Rijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Vandaag:

1. Wat weten jullie al van de middeleeuwen ?

2. De val van het Romeinse Rijk

Tijd van Monniken en Ridders

Waar of niet waar?

In de Middeleeuwen leefde iedereen in kastelen

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?

In de middeleeuwen was het christelijke geloof belangrijk in Europa

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?

In de middeleeuwen bouwde men voor het eerst muren om steden

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?

Er waren geen keizers in de middeleeuwen

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?

Iedereen leefde van de landbouw in de middeleeuwen

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?

Ridders waren de soldaten van de middeleeuwen

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?

Hongersnood en ziektes kwamen veel voor in de middeleeuwen

1. Waar
2. Niet waar

Het Romeinse Rijk

- Goed georganiseerd. 

- Relatief veilig & Beschaving

Problemen in het Romeinse Rijk

Problemen voor de Romeinen:

1. Leger te klein om alle grenzen te bewaken (300.000)
2. Belasting worden steeds hoger om leger te onderhouden  --> veel boeren gaan weg --> productie daalt --> minder inkomsten (uit belasting en graan)
3. De trouwheid van soldaten aan generaal i.p.v. Rome
4. Opvolging keizer leidt steeds tot ruzie/oorlog --> soldatenkeizers

Oplossing

Verdeling oost en west 

Rome

Constantinopel

oost en west 

Grote en belangrijke steden

Athene, Alexandrië, Cyprus, 

Damascus, Jerusalem

Waar lagen die? 

Attila de Hun

Waar Attila is langsgekomen groeit geen gras meer.

Grote volksverhuizingen

Grote volksverhuizingen

3e & 4e eeuw N.Chr

West Romeinse rijk

- Volkeren zijn welkom als ze meevechten

- Invallen blijven doorgaan

476 -> Romulus Augustus wordt 

afgezet 

Het west romeinse rijk is gevallen

Oost-Romeinse rijk

- Byzantijnserijk met Constantinopel als hoofdstad

Valt in 1453 (1000 jaar later!!)

Waarom denk je dat jullie geschiedenis boek zich vooral bezighoudt met het West-Romeinse rijk?

Huiswerk

Voor aankomende dinsdag 

Opdracht 

1 t/m 4 

paragraaf 3.2