Hoofdstuk 4: hoe houden planten hun inwendig milieu in evenwicht

• Natuurwetenschappen
• Secundair onderwijs

Schema maken van vorige les

Wat is een direct effect van een lage temperatuur op de productie van plantenhormonen?

1. Verhoging van auxine productie en remming van ethyleen
2. Remming van auxineproductie en stimulering van ethyleenproductie

Wat is het effect van verhoogde ethyleenproductie bij lage temperatuur?

1. Bevordering van bladgroei
2. Stimulatie van fotosynthese
3. Kurkvorming en afbraak van de celwand in de afstotingslaag
4. Versnelling van auxine productie

Welke structuur ontstaat door de werking van ethyleen en helpt mee in het beperken van waterverlies?

1. Een verdikte waslaag op de bladeren
2. Kurklaag in de afstotingszone
3. Een extra vaatbundel
4. Een sterkere celwand in alle cellen

Hoe helpt de afbraak van de celwand in de afstotingslaag bij het beperken van waterverlies?

1. Door bladeren sneller te laten groeien
2. Door bladeren af te stoten zodat er minder verdamping is
3. Door de fotosynthese te verhogen
4. Door water op te slaan in de vacuole

Welke volgorde beschrijft het proces dat plaatsvindt bij lage temperatuur het best?

1. Lage temperatuur → meer auxine → minder ethyleen → meer bladgroei
2. Lage temperatuur → minder auxine → meer ethyleen → kurkvorming & afstoting → minder waterverlies
3. Lage temperatuur → meer fotosynthese → meer auxine → bladverlies
4. Lage temperatuur → meer ethyleen → dikkere bladeren → meer waterverlies

Oefeningen over waterhuishouding

Opdracht 25 p. 394-396

Prikkel

Donker

→ Wind

→ Droge omgeving

→ Hoge temperatuur

Wat is de receptor?

1. Vloeistofdruk daalt in de plant
2. Vloeistofdruk stijgt in de plant

Wat is de conductor?

1. Abscisinezuur
2. Auxine
3. Ethyleen

Wat is de effector?

1. Huidmondjes sluiten
2. Huidmondjes openen

Welke mechanisme zal niet meer van toepassing zijn bij de reactie?

1. Worteldruk
2. Transpiratiezuiging
3. Capillaire krachten

Wat is de reactie als het donker is?

1. Watergehalte stijgt
2. Watergehalte daalt

Als de huidmondjes gesloten zijn, zal er dan fotosynthese kunnen plaatsvinden?

1. Ja
2. Nee

Prikkel

LICHT

→ WINDSTIL

→ VOCHTIGE BODEM

→ HOGE TEMPERATUUR

→ HOGE LUCHTVOCHTIGHEID

Wat is de receptor?

1. Vloeistofdruk daalt in de plant
2. Vloeistofdruk stijgt in de plant

Conductor

(elektrisch signaal)

Wat is de effector?

1. Huidmondjes sluiten
2. Huidmondjes openen

Wat is de reactie als het donker is?

1. Watergehalte stijgt
2. Watergehalte daalt

Als de huidmondjes geopent zijn, zal er dan fotosynthese kunnen plaatsvinden?

1. Ja
2. Nee

Oefeningen op pagina 401