Woordenschat quiz week 10 en 11

• Woordenschat
• Basisschool
• Groep 4-8

Welkom!

Woordenschat met Kidsweek in de Klas | quiz week 10 en 11

              Lesdoelen

Deze week test je door deze quiz of je de woorden die je de afgelopen twee weken geleerd hebt nog kent. Veel succes!

Veel succes!

grootst

kleinst

Zet de woorden in de goede volgorde: van groot naar klein. 

Sleep de woorden naar het juiste tekstvak.

Klaar? Klik op controleren om jouw antwoord te controleren.

de provincie

de gemeente

het land

controleren

Een amuserend verhaal schrijft de schrijver om je te vermaken.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Wat betekent vergaan?

1. Heel ver ergens vandaan gaan, een lange afstand.
2. Uit elkaar vallen, ophouden te bestaan.

Welk woord staat hier?

ge = wi

- st

+

+

bo = ni

Tip: Een gebied waar alles door elkaar groeit en mensen nog niks hebben veranderd.

Maak een zin met het woord streek.

Sleep de voorbeelden naar de goede plek.

het plastic

het rubber

het staal

Welk woord beschrijft Scoop?

Kort verhaaltje dat bedoeld is om mensen te laten lachen.

Wat is er in jouw klas gemaakt van rubber, plastic en staal?

Wat betekent de regio?

1. Gedeelte van een land, een bepaald gebied
2. Alle landen van de wereld bij elkaar

Sleep de voorbeelden naar de goede plek.

het land

de provincie

de gemeente

Frankrijk

Tilburg

Zuid-Holland

Welk woord hoort in het midden?

verzonnen verhaal

heksen

feeën

kabouters

..........................

Welke uitspraak is waar?

1. Als iets afbreekbaar is, kan het door bacteriën opgegeten worden.
2. Als iets afbreekbaar is, kan het niet vergaan.

Verzin een titel voor een strip over de jungle en maak een tekening op een blaadje.

Je hebt de quiz af! Scoop is trots op jou.

Tot de volgende keer!