§3 Verschillen in ontwikkeling (AT3) (2526)

§3 Verschillen in ontwikkeling
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

§3 Verschillen in ontwikkeling

Slide 1 - Slide

Planning van vandaag
  • Studiewijzer
  • Terugblik §1.2
  • Leerdoelen
  • Uitleg §1.3
  • Weektaak



Slide 2 - Slide

Studiewijzer A

Slide 3 - Slide

Studiewijzer B

Slide 4 - Slide

Na de dekolonisatie ontstond er een nieuwe vorm van uitbuiting: neokolonialisme. Wat betekent dit?

Slide 5 - Open question

Goed of fout

Na 1990 was de vrijemarkteconomie niet het belangrijkste economische systeem, maar het socialisme.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Geef één reden waarom in het boek gesproken wordt dat de hoogtijdagen van de wereldhandel voorbij zijn.

Slide 7 - Open question

Leerdoelen
  • Je weet een aantal interne en externe oorzaken voor verschil in ontwikkeling te noemen.

  • Je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede met elkaar samenhangen.

  • Je kunt door het vergelijken van verschillende kaarten aantonen dat een land een lager economisch ontwikkelingsniveau heeft.

Slide 8 - Slide

Doen
10 minuten -> lezen §3

timer
10:00

Slide 9 - Slide

Waaraan moet een land voldoen als het ontwikkeld is? Zoek op internet een passende afbeelding, sla op je iPad op bij je Camerarol en voeg hier toe.

Slide 10 - Open question

Ontwikkeling
Arm & rijk

- Interne & externe factoren

* Wat is ontwikkeling?

Slide 11 - Slide

Op blz. 8 wordt bij opsomming 2. mno's

1. Wat is een omschrijving van een mno?
2. Waarom is het verstandig voor mno's om in opkomende landen te vestigen?

Slide 12 - Slide

Interne oorzaken
Tal van oorzaken kunnen voor een ontwikkeling zorgen in een land. Of juist de ontwikkeling tegen houden.

1) Natuurlijke oorzaken -> vruchtbaarheid/klimaat/ligging (Landlocked country).

2) Menselijke oorzaken -> politiek systeem / bevolkingsgroei & leeftijdsopbouw / ongelijkheid (Gini-coëfficiënt)


Slide 13 - Slide

Natuurlijke oorzaken
Vruchtbaarheid & klimaat

Slide 14 - Slide

Ligging
Land-locked country

Slide 15 - Slide

Menselijke oorzaken
Politieksysteem

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bevolkingsgroei & leeftijdsophouw

Slide 18 - Slide

Ongelijkheid

Slide 19 - Slide

Ongelijkheid
- Sociale ongelijkheid neemt toe als land economisch ontwikkelt.

Sociale ongelijkheid kun je meten met de Gini-coëfficiënt (inkomen en aantal inwoners).

Slide 20 - Slide

Externe oorzaken
Een lage welvaart kan ook door externe factoren worden veroorzaakt. 

Relaties tussen ontwikkelingslanden en rijke landen zijn daarbij belangrijk.

1) Koloniaal verleden

2) Rol van een land in de wereldeconomie

Slide 21 - Slide

Koloniaal verleden
- Exploitatiekoloniën

-> leveren van grondstoffen, landbouwproducten en laagwaardigheden industriegoederen.

Gevolg: levert minder op dan hoogwaardige industrieproducten en diensten

Slide 22 - Slide

Koloniaal verleden
Er waren koloniën waar juist 'dingen' werden weggehaald. Maar er waar ook koloniën waar mensen zich gingen vestigen:
vestigingskoloniën.

-> Australië & Verenigde Staten

Slide 23 - Slide

Rol in wereldeconomie
Wanneer ben je interessant voor een bedrijf (MNO) om in te investeren?

-> Politiek (Stabiel/Instabiel)
-> Loon (hoog/laag)
-> opleidingsniveau (hoog/laag)
-> omvang afzetmarkt (groot/klein)
-> belastingvoordelen
- Rust/onrust

Slide 24 - Slide

DOEN


  • Maak opdracht 6.

Slide 25 - Slide

Welke drie dingen heb je vandaag geleerd?

Slide 26 - Open question

AFRONDEN
  • Lees de leertekst

  • Kies je weektaak
  1. Opdrachten werkboek
  2. Samenvatting
  3. Mindmap
  4. Leerdoelen beantwoorden

  • Plan je weektaak in je daltonplanner 
(wanneer moet het af zijn & wanneer ga je het maken?)

Slide 27 - Slide