H4.dutl 9.10. bis 13.10.

H4.dutl 9.10. bis 13.10.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Other languagesSecondary Education

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

H4.dutl 9.10. bis 13.10.

Slide 1 - Slide

Heute
Anwesenheit
Lehrerkind  - Bastian Bielendorfer
Aufgabe 52-54
Personalpronomen

Slide 2 - Slide

Richtig?
Ich habe dich zum Geburtstag gratuliert.

Das Glücksrad...

Slide 3 - Slide

Lehrerkind
Bis zum Ende des Jahres ein Buch lesen können auf Deutsch.
Wir üben mit dem Buch Lehrerkind von Bastian Bielendorfer.
Regelmäßig lesen, hören...

Slide 4 - Slide

Aufgabe 52-54 kontrollieren
52. Eigen antwoord
53. Welke woorden heb je opgeschreven?

Slide 5 - Slide

54

Slide 6 - Slide

Personalpronomen
Persoonlijk voornaamwoord.
In welke zin staat GEEN Personalpronomen?
  1. Jij bent aardig.
  2. Ik vind jou aardig.
  3. Dit boek is van jou.
  4. Dit is jouw boek.

Slide 7 - Slide

Let op!
Je moet het schema echt uit je hoofd leren. Verder is het belangrijk om veel te oefenen. 

https://naklar.secure.malmberg.nl/adaptivetrainer/subjects/es:1FC0A254-AF5C-4B85-ADDB-E86D14FA2169

Slide 8 - Slide

maken:
58 als je klaar bent online oefenen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Heute
Anwesenheit
Lernen für 'toetsweek 1'
Kontrollieren Aufgabe 43
Anfang Lektion 6
Aufgabe 62 (63)

Slide 11 - Slide

Richtig?
Auf dir kann mann nicht zählen.

Wie is er aan de beurt?

Slide 12 - Slide

Leren voor de toetsweek
Het proefwerk gaat over Kapitel 1. Je moet de woordenlijsten kennen. De zinnen moet je ook leren, maar je krijgt deze niet letterlijk terug op de toets. Voorbeeld

Ik zou graag een meisje met gevoel voor humor leren kennen. (Dit staat zo in het boek)
Ik zou graag een kerel met piercings en tatoeages leren kennen. Dit is een combinatie van meerdere zinnen.

Verder leer je de grammatica GEBRUIK JE HANDBOEK:
Haben, sein und werden in de ott, ovt en als vd (Handbuch 01)
ott zwakke werkwoorden (Handbuch 02)
Fragewörter (Handbuch 25)
Plural Substantive (Handbuch 21)
Präsens schwache Verben mit Wortstamm auf -t, -d oder Zischlaut (sisklank) und Verben wie Regnen (Handbuch 06)
Personalpronomen (Handbuch 24)
Oefenen kan online (versterk jezelf)

Slide 13 - Slide

Nakijken opdracht 58

Slide 14 - Slide

Lektion 6
Schrijven. Dit is een goede oefening voor de zinnen die je moet kunnen vertalen.

Slide 15 - Slide

Aufgabe 61

Slide 16 - Slide

Aufgabe 62 Eigenschaften
Weet je wat deze woorden betekenen? Kijk goed (ook in de woordenlijst)

Eigenschappen, niet je kenmerken!

Slide 17 - Slide

Eigenscha

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Opdracht 

Slide 19 - Slide