Carnavalquiz 2025

• Zorg en Welzijn
• Voortgezet speciaal onderwijs

Wat betekent het woord carnaval?

1. Vaarwel feest
2. Vaarwel bier
3. Vaarwel vlees
4. Vaarwel

Wat vieren we met carnaval?

1. De laatste kans om nog eens goed los te gaan voor de vastenperiode.
2. De verdrijving van keizer Carnivalus in het Romeinse tijdperk.
3. De viering van de elf apostelen van Jezus.
4. De overwinning van de Spaanse heerser in de 17e eeuw.

Hoe noemen ze carnaval in Limburg?

1. Carnaval
2. Kernevel
3. Vastelaovend
4. Vastenavond

Hoeveel dagen duurt de vastenperiode?

1. 20
2. 30
3. 40
4. 50

De vastenperiode eindigt dan met Pasen

Welke dag hoort bij carnaval?

1. Aswoensdag
2. Witte donderdag
3. Paarse vrijdag
4. Stille zaterdag

In welke maand wordt het karnavalsseizoen geopend?

1. februari
2. maart
3. juni
4. november

Wat is het gekkengetal?

1. 1
2. 7
3. 11
4. 20

Wat is de naam van de hoed die een lid van de raad van elf en de prins draagt?

1. Bolhoed
2. Steek
3. Puntmutsje
4. Carnavalshoed

Hoe heet dat ding dat de prins in zijn hand heeft?

1. Scepter
2. Totempaaltje
3. Prinsenstok
4. Zwaaipaal

Wie is de baas tijdens carnaval?

1. Raad van elf
2. Alle kinderen
3. Prins Carnaval
4. Prinses Carnaval

Op welke dag is carnaval afgelopen?

1. zondag
2. dinsdag
3. maandag
4. woensdag

Hoe noem je de woensdag na carnaval?

1. Kruisjeswoensdag
2. Haringhapwoensdag
3. Aswoensdag
4. Waswoensdag

Vanuit welk geloof is carnaval ontstaan?

1. Protestantse geloof
2. Katholieke geloof
3. Hindoeïsme
4. Islam

Wat zijn de drie kleuren van carnaval?

1. Rood, wit en blauw
2. Rood, geel en groen
3. Blauw, geel en wit
4. Oranje, geel en groen

In Brabant doen ze 'hossen' in Limburg doen ze..

1. Klossen
2. Jumpen
3. Sjoenkelen
4. Jatzen

In welke stad aan de andere kant van de wereld vieren ze groots carnaval?

Wat zeg je bij deze carnavalsgroet?

Welke twee provincies vieren de meeste mensen karnaval?

1. Zeeland en Limburg
2. Limburg en Noord-Brabant
3. Zeeland en Noord-Brabant
4. Gelderland en Noord-Brabant

Zelf vier ik Carnaval...

1. NOOIT, ik vind er niks aan
2. NOOIT, ik mag niet van thuis
3. ALTIJD, ik wil elk feest meemaken
4. SOMS, alleen als er een leuk feest is

The end: ALAAAAAFFFF!