ZELFBEELD EN ZELFVERTROUWEN

ZELFBEELD EN ZELFVERTROUWEN
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Pedagogische handelenHoger onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

ZELFBEELD EN ZELFVERTROUWEN

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat zelfbeeld en zelfvertrouwen inhouden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over zelfbeeld en zelfvertrouwen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Definitie van zelfbeeld
Het beeld dat je van jezelf hebt; de manier waarop je over jezelf oordeelt of de wijze waarop je jezelf ziet.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Belang van zelfkennis voor kinderbegeleiders
Kinderbegeleiders moeten hun eigen zelfbeeld kennen om kinderen effectief te kunnen begeleiden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe zelfbeeld ontstaat
Zelfbeeld ontstaat door interacties met anderen en persoonlijke ervaringen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Positief versus negatief zelfbeeld
Positief zelfbeeld leidt tot zelfvertrouwen, terwijl een negatief zelfbeeld onzekerheid kan veroorzaken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling van zelfvertrouwen
Zelfvertrouwen is het geloof in je eigen kunnen en kan worden versterkt door bewuste inspanningen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Omgaan met het zelfbeeld van kinderen
Het stimuleren van een positief zelfbeeld bij kinderen is cruciaal voor hun ontwikkeling.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zelfbeeld en gedrag
Zelfbeeld kan invloed hebben op het gedrag van kinderen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Effectieve manieren om zelfvertrouwen te stimuleren
Dit kan door positieve bekrachtiging, verantwoordelijkheid geven en opbouwende kritiek.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Definities
Zelfbeeld: Het beeld dat je van jezelf hebt; de manier waarop je over jezelf oordeelt of de wijze waarop je jezelf ziet.
Zelfvertrouwen: Jouw eigenwaarde, het geloof in jouw eigen kunnen.
Positief zelfbeeld: Overwegend positieve gedachten en gevoelens over jezelf hebben.
Negatief zelfbeeld: Overwegend negatieve gedachten en gevoelens over jezelf hebben.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.