Mondelinge taalvaardigheid V4

De betogende voordracht 
  • De betogende voordracht telt 1x mee!
  • Er zijn in totaal 4 voorbereidende lessen
  • De betogende voordrachten worden ingepland in tussenuren. Aanwezig: spreker + 7 tot 10 medestudenten
  • Indeling in fasen
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

De betogende voordracht 
  • De betogende voordracht telt 1x mee!
  • Er zijn in totaal 4 voorbereidende lessen
  • De betogende voordrachten worden ingepland in tussenuren. Aanwezig: spreker + 7 tot 10 medestudenten
  • Indeling in fasen

Slide 1 - Slide

Fase 1 Oriëntatie (les 1) 
  • Voordracht
  • Eigen spreekgedrag

Fase 2 Voorbereiding (les 2 t/m 5) 
  • Onderwerp kiezen
  • Stelling bedenken
  • Informatie verzamelen en verwerken
  • Opzet maken voor de voordracht 
Fase 3 Uitvoering 
  • De voordracht houden
  • Vragen na afloop 

Fase 4 Reflectie 
  • Reflecteren 

Slide 2 - Slide

De betogende voordracht

Wat is het?
Het doel van de betogende voordracht is om het publiek te overtuigen van een standpunt. 
De betogende voordracht 

Waarom?
Je leert te overtuigen
Je leert je mening onderbouwen 

Deze vaardigheden heb je nodig in vervolgopleiding en beroep, maar ook in spontane situaties! 

Slide 3 - Slide

Eigen spreekvaardigheid 
Vul de enquête in. 
Klaar? Bedenk alvast of je een nieuw onderwerp wilt of het onderwerp van je betoog wilt gebruiken. 
timer
7:00

Slide 4 - Slide

Welke structuur kan je aanhouden? 
  • A. Inleiding
  1. Onderwerp en stelling
  2. Achtergrond en belang van het onderwerp
  3. Aankondiging van de structuur van de voordracht (argumenten en tegenargumenten)



  • B. Middendeel
  1. Behandeling argument 1 
  2.  Behandeling argument 2 (etc.)
  3. Weerlegging tegenargument 1
  4. Weerlegging tegenargument 2 (etc.)

  • C. Slot
  1. Samenvatting van de argumentatie voor de stelling
  2. Afsluitende conclusie 

Slide 5 - Slide

Programma
  • Hoe presenteer ik? 
  • Wat vertel ik in de verschillende fasen van mijn presentatie?
  • Bekijken van voorbeelden 
  • (Presentatieplan maken)

Slide 6 - Slide

Hoe presenteer ik? 
Eloquentia 
De vorm van welsprekendheid die gericht is op de praktijk, de mondelinge voordracht van teksten. 

Slide 7 - Slide

Ik wou dat ik twee burgers was (dan kon ik samenleven)
en dit is mijn gedicht, komt u binnen
let niet op de galm, wees niet bang
laat ons beginnen in leegte
welkom in mijn krater van licht

ooit kwamen wij samen, u en ik, weet u nog
koel leefden wij op in de glans van een roemer
onze schaduwen als helder kristal
onze roem even terloops als de lichtval 
op de brief van een windstille vrouw 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat draagt bij aan de voordracht van Ramsey Nasr?

Slide 10 - Open question

Welsprekendheid 
• Houding;
• Mimiek;
• Tempowisseling;
• Volume;
• Handgebaren;
• Pauzegebruik;

• Intonatie;
• Natuurlijk;
• Vloeiendheid;
• Articulatie;
• Oogcontact.

Slide 11 - Slide

Intonatie en interpretatie 
  •  ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief, zo sprak mijn lief mij toe’ 
  • Jan kust Marie 

Slide 12 - Slide

Oefenen! 
In groepjes van vier: draag het gedicht van Rotown Magic om beurten voor. 
Wie is de koning van de .... 
- intonatie
- Vloeiendheid
- houding en gebaren
- mimiek 

timer
3:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Hoe klink je slim?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Mondeling betoog
  • Vorige les
  • Stijlfiguren 
  • Inleiding en slot 
  • Beoordelingsmodel + voorbeeld
  • Presentatieplan en documentmap > aan de slag!

Slide 17 - Slide

Vorige les
  • Uitleg betoog 
  • Eigen spreekervaringen 
  • Hoe presenteren? (Ramsey Nasr, Jules Deelder & Will Stephen)

Slide 18 - Slide

Hoe presenteren?
  • Wat doe je wel en wat niet? 
  • Ging zowel over presentatievorm (Nasr, Deelder) & inhoud (Stephens)
  • 'Overtuigend overkomen' > stijlfiguren

Slide 19 - Slide

Welke stijlfiguren kun je inzetten? 
  • Definitie: Stijlfiguren gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer. Het zijn middelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.
  • Lees het document 'Effectieve stijlfiguren' op Google Classroom
  •  Kies 1 stijlfiguur uit die je in gaat zetten tijdens je voordracht. Deze stijlfiguur komt in je presentatieplan. 
  • Zet deze stijlfiguur in je voorbereidingsdocument.
timer
5:00

Slide 20 - Slide

De voordracht presenteren - eerste minuut

Attentum parare (aandacht trekken)
Belang van onderwerp benadrukken;
humor; metafoor; anekdote; citaat; vraag …

Benevolum parare (welwillend maken)
Benadrukken eigen geloofwaardigheid;
complimenteren en bedanken;
gemeenschappelijkheid benadrukken;
gemeenschappelijke vijand…
Docilem parare (begrip mogelijk maken) 
Kern van de zaak geven; aankondiging
hoofdpunten; bruggetje; narratio ...

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

De voordracht presenteren - laatste minuut 
  • Herhaal iets uit de opening 
  • Herhaal je drie belangrijkste argumenten om je statement nog een keer te ondersteunen 
  • Je presentatie eindigt ook niet met Q&A. 
  • Laat een “Dank u (voor de aandacht)”-dia achterwege 
  • Eindig met energie en daadkracht ('uitsmijter')

Slide 23 - Slide

Hoe word je beoordeeld? 
Maak een kopie van het beoordelinggschema, zodat je erin kan werken.
Jullie gaan straks een filmpje van een betoog kijken, waarbij je het beoordelingsformulier gaat invullen. 
Na het kijken vul je je beoordelingsschema samen aan en krijg je vijf minuten de tijd om de rubric in te vullen en het cijfer te bepalen. Noteer het cijfer op het bord. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Vul het beoordelingsschema in 
Bepaal het cijfer 
Noteer je naam en het cijfer dat je de presentatie geeft op het bord. 


timer
5:00

Slide 26 - Slide

a. titelblad;
b. inhoudsopgave;
c. verantwoording onderwerpskeuze;
d. lijst met geraadpleegde bronnen;
e. per bron: een kopie indien het een gedrukte tekst is, samenvatting en persoonlijke beoordeling van de inhoud, een lijstje met meningen en/of argumenten uit het stuk;
f. de te verdedigen stelling en een lijst met argumenten voor en tegen (+ weerlegging van tegen!);
g. opzet van de voordracht of de complete voordracht uitgeschreven/presentatieplan 

Slide 27 - Slide

Presentatieplan
  • Onderwerp
  • Standpunt/stelling
  • Argumenten (duidelijk nummeren)
  • Conclusie
Inleiding: steekwoorden
Middenstuk: steekwoorden
Slot: steekwoorden

Stijlfiguur: welke wil je expliciet terug laten zien? 
Bronnen: welke bronnen haal je in ieder geval aan? 
Beeldmateriaal: welk beeldmateriaal ga ik gebruiken? 

(Uitsmijter: welke uitsmijter gebruik ik?)


Slide 28 - Slide

Mondeling betoog
  • Vorige les 
  • Goede stellingen? > sterk formuleren 
  • Structuur: inleiding en slot 
  • Lezen artikelen

Slide 29 - Slide

Stellingen
Waaraan moet een goede stelling voldoen? 

Voorbeeld: ik zou graag willen dat het koningshuis misschien afgeschaft kan worden. 

Is dit sterk?
(Classroom: lijst met criteria)

Slide 30 - Slide

Inleiding en slot
Hoe zat het ook alweer? 

Slide 31 - Slide

Inleiding

  • Aandacht trekken
  • Welwillend stemmen 
  • Structuur bieden
Slot 

  • Herhaal iets uit de opening 
  • Herhaal argumenten
  • Uitsmijter

      Slide 32 - Slide

      a. titelblad;
      b. inhoudsopgave;
      c. verantwoording onderwerpskeuze;
      d. lijst met geraadpleegde bronnen;
      e. per bron: een kopie indien het een gedrukte tekst is, samenvatting en persoonlijke beoordeling van de inhoud, een lijstje met meningen en/of argumenten uit het stuk;
      f. de te verdedigen stelling en een lijst met argumenten voor en tegen (+ weerlegging van tegen!);
      g. opzet van de voordracht of de complete voordracht uitgeschreven/presentatieplan 

      Slide 33 - Slide

      Aan de slag!
      • Bekijk de kenmerken voor goede stellingen op Classroom en pas je stelling aan.
      • Verzin een inleiding en een slot, denk aan de elementen die erin moeten zitten. 
      • Lees je artikelen kritisch door en schrijf een samenvatting zoals die in je dossier komt.

      Slide 34 - Slide

      Mondelinge voordracht
      Vorige lessen: 
      - Onderwerp, stelling 
      - Inleiding & slot 
      - Samenvatting artikelen

      Slide 35 - Slide

      Mondelinge voordracht
      Vandaag: 
      - Samenvatting artikelen
      - Argumenten en weerlegging

      Slide 36 - Slide

      Vandaag:
      • Uitleg drogredenen
      • Uitleg 'labelen' 
      • Uitleg documentatiemap 
      • Uitleg presentatieplan 
      • Aan de slag

      Slide 37 - Slide

      Drogredenen 

      Slide 38 - Slide

      Labelen van argumenten 
      Je 'labelt' door aan het begin van de presentatie aan te kondigen welke argumenten je gaat behandelen. Dit doe je zodat je betoog beter te volgen is. Die labels komen in de eerste minuut aan bod! 

      Bijvoorbeeld
      Stelling: Roken moet verboden worden.
      Argument: Want het kost de samenleving veel geld.
      Label: Economisch argument. 

      Slide 39 - Slide

      a. titelblad;
      b. inhoudsopgave;
      c. verantwoording onderwerpskeuze;
      d. lijst met geraadpleegde bronnen;
      e. per bron: een kopie indien het een gedrukte tekst is, samenvatting en persoonlijke beoordeling van de inhoud, een lijstje met meningen en/of argumenten uit het stuk;
      f. de te verdedigen stelling en een lijst met argumenten voor en tegen (+ weerlegging van tegen!);
      g. opzet van de voordracht of de complete voordracht uitgeschreven/presentatieplan 

      Slide 40 - Slide

      Presentatieplan
      • Volledig uitgeschreven tekst of steekwoorden 
      • Inclusief tijdsplanning: in totaal 8-10 minuten 
      • Denk ook aan: verbindingswoorden, manier van inleiding/slot, stijlfiguur, ... 
      • In 'gewone mensen taal' (cf. Keep it simple, stupid!)
      • Morgen: maken presentatieplan (dus: alles moet af zijn!)

      Slide 41 - Slide

      Aan de slag! 
      • Per artikel:
      1.  Samenvatting inhoud
      2.  Oordeel inhoud (nuttig? voor of tegen? wie heeft het geschreven?)
      3.  Lijst van argumenten/meningen/standpunten uit het artikel
      • Maak (op een nieuwe pagina) een algemene lijst met argumenten: voor, tegen en weerlegging (bij tegen)
      • Label je argumenten (economisch, nut, normen/waarden, ...)

      Slide 42 - Slide

      Proefronde betogende voordracht
      Stap 1: vorm groepen van vier en schuif de tafels aan elkaar (1 minuut!)
      Stap 2: de eerste spreker krijgt een groene kaart, dat betekent dat deze spreker aan het woord is. Je hebt 5 minuten de tijd. Houd het vooral bij je standpunt en argumenten. 
      Stap 3:  de luisteraars vullen het feedbackformulier in. Na het spreken krijgen de luisteraars 1 minuut om de feedback toe te lichten. 
      Stap 4: geef de groene kaart aan een de volgende spreker en herhaal de opdracht. 


      timer
      5:00

      Slide 43 - Slide