goed kunnen - graag doen - willen

1 / 8
next
Slide 1: Slide
NT2Hoger onderwijs

This lesson contains 8 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

kunnen
ik kan
jij kan
hij of zij kan
wij kunnen
jullie kunnen
zij kunnen
Kan jij zwemmen?
ja of nee? goed of niet goed?
willen
ik wil
jij wil
hij of zij wil
wij willen
jullie willen
zij willen
Wil jij Nederlands leren?
waarom?

Slide 2 - Slide

Wat wil jij leren?
Ik wil leren vegetarisch koken.
Ik wil leren salsa dansen.
Ik wil Frans leren.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Situatie: wat vraag je?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide