Congruentie

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat was er mis met de zin op de vorige slide?

Slide 2 - Open question

Wat is congruentie?
Het onderwerp van een zin moet altijd corresponderen met de persoonsvorm. Als dat niet gebeurt, maak je een congruentiefout.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Voorbeeld eenvoudig:


Marie plays the piano.

My sisters are always fighting.

Slide 5 - Slide

Twee onderwerpen verbonden met and wordt meevoud.    1 en 1 = 2 


My sister and her boyfriend are going to the park.

Slide 6 - Slide

Twee onderwerpen verbonden met either ....or/ neither .... nor.

T
Either Jack or Jill is going to run down the hill.  (1 van de 2)

Neither Jack or Jill is going to run down the hill.  (geen van beide)

Slide 7 - Slide

Let op!
Het woord police is in het Engels altijd meervoud.

The police are looking for the thief.

Slide 8 - Slide

TL leerlingen
Maak opdracht 27 en 31 grammatica 
Opdracht 25 expressions
In the online methode All right!

Slide 9 - Slide

Is het woord enkelvoud of meervoud?
Schoolvakken (maths) - enkelvoud
Gymnastics and aerobics - enkelvoud
Measles (mazelen) - enkelvoud
News - enkelvoud

Slide 10 - Slide

Is het woord enkelvoud of meervoud?
Dingen die uit twee delen bestaan zijn altijd meervoud, zoals:
Binoculars, tweezers, glasses, pants, trousers, earphones, knickers, jeans. 
Je zou er 'a pair of' voor kunnen zetten. 
A pair of jeans.

Slide 11 - Slide

Voorbeelden:
I have got new sunglasses. Do you like them?
maar 
Maths is my favourite subject.

Slide 12 - Slide

Groepen (collective nouns)
Sommige zelfstandige naamwoorden verwijzen naar groepen mensen. Zoals de woorden:  audience, committee, government, team.  Sommige zelfstandige naamwoorden die naar groepen verwijzen, kunnen zowel enkelvoud als meervoud krijgen.  

Slide 13 - Slide

Hoe weet ik nu of ik enkelvoud of meervoud moet gebruiken?
Dat ligt eraan of de groep gezien wordt als geheel of als individuen.

Slide 14 - Slide

Enkelvoud en meervoud
Voorbeelden: audience, crew, public, committee,
    enemy, team, company

                        government, Manchester United

Slide 15 - Slide

Audience enkelvoud en meervoud:
The audience was larger than average and the concert was a success. (als groep)
The audience were all cheering wildly. (de mensen als individu)

Slide 16 - Slide

Oefenen
https://webapps.towson.edu/ows/SelfTeachingUnits/SubjectVerbAgreementExercise4.aspx

Slide 17 - Slide

Havo en VWO
Maak opdracht 27 en 31 grammatica
Opdracht 25 expressions
In the online methode All right!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide