Maatschappijleer|Werk|Paragraaf 8.4|

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hoe kom je aan werk?

Thema Werk

Paragraaf 8.4 Met werk kom je verder.

Lesdoel(en)

Aan het einde van de les:

• Weet jij wat een maatschappelijke ladder is en weet jij hoe je hoog op de maatschappelijke ladder kan komen. 
• Weet jij op basis waarvan je maatschappelijke positie wordt bepaald.
• Weet jij wat sociale ongelijkheid is en wat de overheid tegen sociale ongelijkheid doet. 
• Weet jij wat sociale mobiliteit is en waardoor sociale mobiliteit afgelopen eeuw is toegenomen. 

Klimmen op de ladder

Maatschappelijke ladder: Alle maatschappelijke posities in een samenleving van laag tot hoog.

Je maatschappelijke positie wordt o.a. bepaald door:

• je inkomen.
• je status.
• je talent.
• je kennis of vaardigheden.
• hoeveel macht of verantwoordelijkheid je hebt.

Klimmen op de ladder

• Maatschappelijke ladder staat niet vast. Iedereen heeft andere ideeën over wanneer je succesvol bent.

• Hoe kijk jij aan tegen een vrijwilliger voor zwerfhonden of een internationale voetballer?
• Naast goede opleiding speelt persoonlijke eigenschappen een belangrijke rol.

Sociale ongelijkheid

• Niet iedereen lukt het om een hoge plek op maatschappelijke ladder te krijgen. 
• Niet iedereen heeft gelijke kansen in de samenleving.
• Om ongelijkheid te voorkomen = kwalificatieplicht ingesteld die jongeren van 16 tot 18 verplicht om onderwijs te volgen.

Sociale mobiliteit

• Sociale ongelijkheid sterk gedaald, afgelopen eeuw. 
• Welvaart is beter verdeeld en alle kinderen gaan langer naar school. 
• Sociale mobiliteit is toegenomen.
• Sociale mobiliteit: Wanneer je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder.

Sociale mobiliteit betekent dat je op geen enkele manier hoger kunt komen op de maatschappelijke ladder.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een maatschappelijke ladder en hoe kan jij hoger komen op de maatschappelijke ladder?

Sociale ongelijkheid komt doordat geld, kennis en macht niet eerlijk zijn verdeeld onder de mensen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat doet de overheid om sociale ongelijkheid te bestrijden?

Aan de slag

Maken:

Thema Werk. Paragraaf 8.4, opdracht 1 t/m 11.

Tekstboek: blz. 128 en 129 . Werkboek: blz. 153 t/m 155