H7 Fake news

H7 fake news
feit - mening
objectief - subjectief
argumenten
fake news 
 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

H7 fake news
feit - mening
objectief - subjectief
argumenten
fake news 
 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Duid een feit aan
A
Dit is een foto van een man.
B
Met een tongpiercing vindt iedereen je cool.
C
Een tongpiercing vinden alle volwassenen belachelijk.
D
Deze man steekt zijn tong uit.

Slide 3 - Quiz


Duid een mening aan
A
Dit is een foto van een man.
B
Met een tongpiercing vindt iedereen je cool.
C
Een tongpiercing vinden alle volwassenen belachelijk.
D
Deze man steekt zijn tong uit.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

SAMENVATTING
FEIT = echt, je kunt het bewijzen
MENING = iets wat je denkt of vindt van iets of iemand

Slide 6 - Slide

DEEL 1

Slide 7 - Slide

OPDRACHT


* Duidt de zinnen aan die een FEIT weergeven!

PAS OP: soms is er meer dan één antwoord mogelijk!

Slide 8 - Slide


A
Er is maar één leuke sport, dat is paardrijden.
B
Het meisje rijdt op een wit paard.
C
Paardrijden is een echte meisjessport.
D
Paarden stinken altijd.

Slide 9 - Quiz


A
De gitarist heeft zwart haar.
B
Gitaarspelen is echt moeilijk.
C
De jongen draagt een jeans.
D
Gitaar is enkel voor jongens.

Slide 10 - Quiz


A
Vanille-ijs, dat vind ik lekker!
B
Dit ijs zit in een horentje.
C
Gewoon ijs is lekkerder als softijs.
D
Er zit maar één bolletje op het horentje.

Slide 11 - Quiz


A
De man met de rode pet draagt een blauwe overall.
B
Automonteur is een beroep voor jongens.
C
Deze man werkt aan een auto.
D
Iedereen kan dit beroep doen.

Slide 12 - Quiz

OPDRACHT
* Zijn deze mensen subjectief of objectief?

HERHALING:
subjectief = mening
objectief = feit

Slide 13 - Slide

Bij het schaken gebruik je witte en zwarte schaakstukken.
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quiz

Alleen stoere meisjes hebben een tatoeage.
A
feit
B
mening

Slide 15 - Quiz

OPDRACHT


* Geef je mening over de volgende uitspraken.


Slide 16 - Slide

De kerstvakantie en de herfstvakantie zouden langer moeten duren en de zomervakantie korter.

Slide 17 - Open question

Iedereen zou een douche moeten nemen, voordat er gezwommen wordt in een openbaar zwembad.

Slide 18 - Open question

OPDRACHT
* Staat hier een feit, mening of argument? 

FEIT= echt, kan je bewijzen
MENING= wat je zelf denkt of vindt 
ARGUMENT = reden

Slide 19 - Slide

Welke zin bevat géén argument?
A
Ik blijf vandaag lekker binnen, want het stormt.
B
Mijn zus is jarig en geeft vanmiddag een feest.
C
Rode auto's zijn stoer, want een Ferrari is ook een rood.
D
Omdat hij bang is, durft hij niet in de Python.

Slide 20 - Quiz

MAVO is het leukste vak op school.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 21 - Quiz

Ik vind 'Super Mario Bros' een leuke film.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 22 - Quiz

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 23 - Quiz

De zomervakantie moet van 8 naar 6 weken gaan.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 24 - Quiz

Het is wetenschappelijk bewezen dat kinderen na 8 weken de leerstof vergeten zijn van het vorige schooljaar.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 25 - Quiz

Werkschrift p 116 - 119 

Slide 26 - Slide

DEEL 2

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

ECHT OF NEP
Wat is het verschil?

Echt = het is echt gebeurd, het is waar, je kan het bewijzen

Nep = het is verzonnen, het is niet echt, je kan het niet bewijzen

Slide 29 - Slide

OPDRACHT


* Is het echt of verzonnen?


Slide 30 - Slide

VERKEERSBORD
A
ECHT
B
VERZONNEN

Slide 31 - Quiz

SPROOKJE
A
ECHT
B
VERZONNEN

Slide 32 - Quiz

STRIPVERHAAL
A
ECHT
B
VERZONNEN

Slide 33 - Quiz

WEERBERICHT
A
ECHT
B
VERZONNEN

Slide 34 - Quiz

MOPJE
A
ECHT
B
VERZONNEN

Slide 35 - Quiz

REISGIDS
A
ECHT
B
VERZONNEN

Slide 36 - Quiz

OPDRACHT

* Is de volgende uitspraak waar of niet waar? Geef je eigen mening hierover!

Slide 37 - Slide

Alles wat op internet staat is echt.

Slide 38 - Open question