Ook taal - Literatuur - Mi Sranan

Lekker lezen!

1 / 12
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenLiteratuurBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Lekker lezen! En luisteren!

Items in this lesson

Lekker lezen!

Slide 1 - Slide

Ik krijg een inkijkje in het Suriname van nu.
Ik lees over Nagila en haar familie die in Suriname aankomen.
Ik herken directe rede in een tekst.

Slide 2 - Slide

De tekst staat een site. Zie de volgende slide, open de site en klik op 'Bekijk het inkijkexemplaar'!
Bekijk de tekst, maar lees hem nog niet!
  • Wat is dit voor tekst? Waar zie je dat aan?
  • Wat denk je dat de schrijvers willen met deze tekst (wat is het doel?)
  • Hoe ga je deze tekst lezen?
  • Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
  • Wat weet je er al van? 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

De leerkracht leest het verhaal voor! Lees je mee?
... en anders online via het leesfragment op de vorige slide.
Doe dit op papier als de leerkracht het heeft geprint...

Slide 5 - Slide

Vind je het een mooie tekst?
Waarom?
Bespreek de vragen samen met je maatje en daarna in de klas.
Begrijp je waar het over gaat?

Slide 6 - Slide

Wat is de directe rede?
Directe rede


Indirecte rede
 
Letterlijke weergave van iemands woorden of gedachten.


Iemands woorden worden niet letterlijk, maar in een ‘echte’ bijzin weergegeven. 
Toen zei ze tegen me: ‘Ik wil je nooit meer zien.’
'Hoe moet dat nu?', vroeg ze verdrietig.
Toen zei ze tegen me dat ze me nooit meer wilde zien.
Ze vroeg verdrietig hoe dat nu moest.
Ik herken de directe rede meestal aan de aanhalingstekens!
Tip van Scoop:

Slide 7 - Slide

Lees mee en let op de zinnen in de directe rede
Welke zinnen staan in de directe rede?

Slide 8 - Slide

Lees mee met de leerkracht.
Lees nu zelf  verder.

Schrijf de zinnen in de directe rede op!
Lees je een zin anders in je hoofd als hij in de directe rede staat?
Hoe zou een tekst zijn met alleen maar directe of indirecte rede denk je?

Slide 9 - Slide

Beantwoord de vragen.
Tekstgerichte vragen:
Welke familienaam heeft het gezin?
Waarom schaamt Nagila zich als ze uit het vliegtuig stappen?
Waarom moet Nagila een blauw bloesje aan naar school?

Wat voel je in het gezin als ze elkaar weer zien op het vliegveld?
Stel je voor dat jij ook naar een land verhuist met andere schoolregels. Hoe zou jij je aanpassen? Wat zou je moeilijk vinden?
Schrijf een kort vervolg op het verhaal: wat gebeurt er met Nagila na deze les?

Slide 10 - Slide

Wat vond je van deze tekst?
Zou je meer van dit soort teksten willen lezen? Waarom
wel/ niet?

Slide 11 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 12 - Slide