Het bewegingsapparaat oefeningen

1 / 32
next
Slide 1: Video
Anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and 2 videos.

Items in this lesson

0

Slide 1 - Video

Bij een naadverbinding is .... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
Een klein beetje
C
Veel

Slide 2 - Quiz

Op welke manier zit de schedel vast?
A
vergroeiing
B
lijmverbinding
C
naadverbinding
D
gewricht

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort gewricht
is dit?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht

Slide 4 - Quiz

Welk type gewricht zit er op de plaats van het vraagteken?
A
Scharniergewricht
B
Rolgewricht
C
Kogelgewricht

Slide 5 - Quiz

Hoe heet gewricht nummer 5?
A
rolgewricht
B
zadelgewricht
C
scharniergewricht
D
eivormiggewricht

Slide 6 - Quiz

Welk onderdeel van het gewricht zorgt ervoor dat de botten tijdens het langs elkaar draaien niet slijten?
A
synoviaal vocht
B
gewrichtskapsel
C
Ligamenten
D
kraakbeenlaagje

Slide 7 - Quiz

Hoe heet het laagje vloeistof dat tussen de botten in het gewricht zit en ervoor zorgt dat de botten soepel langs elkaar kunnen bewegen?
A
synoviaal vocht
B
gewrichtskapsel
C
ligamenten
D
kraakbeenlaagje

Slide 8 - Quiz

Welk onderdeel van een gewricht zorgt voor extra stevigheid?
A
Meniscus
B
Synoviaal vocht
C
kraakbeen
D
Ligamenten

Slide 9 - Quiz

In welk deel van het gewricht wordt gewrichtssmeer aangemaakt?
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsband
D
kraakbeenlaagje

Slide 10 - Quiz

Waar in het lichaam bevindt zich het gewricht nummer 3?
A
heup
B
schedel
C
teenkootje
D
duim

Slide 11 - Quiz

Waarom worden rib 11 en 12 de zwevende ribben genoemd?

Slide 12 - Open question

Zet de wervels in de goede volgorde, 
van boven naar beneden.
1
2
3
4
4
T1 t/m T12
Os sacrum
C1 t/m C7
L1 t/m L5
Os coccygis

Slide 13 - Drag question

Hoeveel thoracale wervels zijn er?
A
5
B
12
C
7
D
3

Slide 14 - Quiz

Hoe worden de lendenwervels verkort weergegeven?
A
C1 t/m C7
B
T1 t/m T12
C
V1 t/m V5
D
L1 t/m L5

Slide 15 - Quiz


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 16 - Quiz

Wat voor speciale vorm heeft de wervelkolom?
A
s-vorm
B
dubbele s-vorm
C
o-vorm
D
dubbele o-vorm

Slide 17 - Quiz

Dankzij de vorm van je wervelkolom en de kraakbeenschijven:
A
blijf je rechtop staan
B
kun je lopen
C
kun je je ledematen bewegen
D
schokt je hoofd niet bij elke stap

Slide 18 - Quiz

1
2
3
4
Lordose
Kyfose

Slide 19 - Drag question

Het wervellichaam
A
bestaat uit zenuwen
B
geeft stevigheid aan de wervelkolom
C
bestaat uit kraakbeen
D
zorgt voor de verbinding met de kraakbeenschijf

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de functies van de tussenwervelschijven?
A
het beschermt je ruggenmerg
B
hierdoor kan je je rug een beetje bewegen
C
ze vangen schokken op
D
hierdoor wordt je rug een beetje langer

Slide 21 - Quiz

Waaraan zitten de valse ribben verbonden?

Slide 22 - Open question

Welke organen beschermt de borstkas?
A
lever en longen
B
hart en longen
C
maag en longen
D
lever en hart

Slide 23 - Quiz

Uit welke botten bestaat de schedel?

Slide 24 - Open question

Wat is de functie van de schedel?
A
Vorm
B
Bescherming
C
Beweging
D
Stevigheid

Slide 25 - Quiz

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de onderste extremiteiten
Femur
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
Patella
Fibula
1
2
3
4
5
6

Slide 26 - Drag question

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de hand
Phalanges
Ulna
handwortel-
beentje
Radius
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5

Slide 27 - Drag question

Dit been noemen we...................
A
Femur
B
Tibia
C
Fibula
D
Radius

Slide 28 - Quiz

Fibula
Femur
Pedis
Os pubis
Os ilieum

Slide 29 - Drag question

Wat zijn de ledematen?
A
De armen
B
De benen
C
De armen en benen
D
Het hoofd

Slide 30 - Quiz

Sleep naar de botten die je 
ziet op de röntgenfoto:
Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
vingerkootjes

Slide 31 - Drag question

Slide 32 - Video